Bedrijven kijken over de grens: zijn zorgen over het vestigingsklimaat terecht?
Baggeren of chipmachines bouwen. Er zijn weinig overeenkomsten tussen de manieren waarop de Nederlandse bedrijven Boskalis en ASML hun geld verdienen, maar tenminste één omstandigheid bindt de twee wereldspelers: ze kunnen naar eigen zeggen niet verder groeien zonder buitenlandse werknemers.
Het belangrijkste Nederlandse bedrijf ASML kijkt voor nieuwe investeringen daarom nadrukkelijk over de grens, benadrukte topman Wennink gisteren opnieuw. Boskalis ging vanochtend een stap verder. In plaats van een uitbreiding van het hoofdkantoor in Papendrecht kiest de baggeraar ervoor de locatie in Abu Dhabi uit te bouwen.
Daarmee staan de bedrijven deze week centraal in de flink oplopende discussie over het Nederlands vestigingsklimaat. Hoe terecht zijn de zorgen daarover?
Om te beginnen is voor bedrijven die veel stroom verbruiken op veel plekken geen plaats. "Die moet ik een winstwaarschuwing geven", zegt Hilde van der Meer van de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA). Als commissaris van de NFIA voert Van der Meer de organisatie aan die over de hele wereld probeert bedrijven naar Nederland te halen.
"Het is anders dan tien jaar geleden", ziet zij. "Vanwege alle transities waar we in zitten is er een ongelooflijke beweging in de wereld gaande."
Bekend van een zo'n transitie, die van verduurzaming, is dat dat in veel gevallen betekent: elektrificeren. Daarmee loopt Nederland door krapte op het stroomnet tegen grote problemen aan.
"Voor bedrijven die we graag willen hebben, wordt in allerlei samenstellingen gekeken naar wat er wél mogelijk is", zegt Van der Meer. "Ook als ze veel stroom verbruiken." De NFIA zet volgens Van der Meer in op innovatieve bedrijven die Nederland helpen ook in de toekomst geld te verdienen.
Klein land
In het algemeen staat Nederland volgens Van der Meer nog altijd heel goed op de kaart. "We staan hoog op de internationale ranglijsten." Het feit dat er veel vraag is, legt ook bloot dat Nederland niet altijd aan die vraag kan voldoen, voegt Van der Meer toe. "We zijn een klein land. Tien jaar terug hadden we meer arbeid, meer ruimte en meer energie te bieden."
Op andere vlakken doet Nederland wel mee in de top. "We hebben een fantastisch en internationaal netwerk van dienstverleners, een goed logistiek systeem en een hoge kwaliteit van leven."
Kenniswerkers uit andere landen hebben echt een keuze
Dat het in Nederland moeilijker is om (technisch) personeel te vinden dan in andere landen klopt, ziet ook Thijmen van Bree van kennisinstituut TNO. Ook lukt het in Nederland veel minder goed om studenten op technische opleidingen te krijgen. "Onze instroom is relatief laag en dat geldt, vergeleken met het buitenland, dus ook voor de uitstroom."
Wel kan je in Nederland talent op verschillende manieren naar je toe laten komen, zegt Van der Meer. "We hebben in Europa open grenzen en voor kennismigranten van daarbuiten een regeling die het makkelijker maakt om hen hier naartoe te halen." Vervolgens is het de vraag of er voldoende huisvesting, internationaal onderwijs en gezondheidszorg is, voegt Van der Meer toe. "Ook daarvan heb je last als een klein land met grote groei."
"Kenniswerkers uit andere landen hebben echt een keuze", benadrukt Van Bree. "Die maken ze op basis van het totaalpakket aan arbeidsvoorwaarden en leefomstandigheden."
Nederland had fiscaal altijd een voorsprong
Iets meer op de achtergrond speelt geld ook een rol. Verschillende nieuwe belastingmaatregelen maken Nederland fiscaal minder aantrekkelijk voor bedrijven. "Nederland had fiscaal altijd een voorsprong", zegt hoogleraar belastingrecht Jan van de Streek aan de Universiteit Leiden. "Nu is er meer een gelijk speelveld en is Nederland op sommige punten strenger."
Strengere regels
Het gaat bijvoorbeeld om een versobering van de innovatiebox, een speciaal (lager) tarief binnen de winstbelasting dat innovatie moet stimuleren. Een ander voorbeeld is een maatregel die, als hij definitief wordt, het inkopen van eigen aandelen voor beursgenoteerde ondernemingen onaantrekkelijker maakt.
Inkopen van eigen aandelen geldt als een alternatief voor een winstuitkering. Het maakt een aandeel aantrekkelijker omdat er een grote koper in de markt komt en toekomstige winst onder minder aandelen wordt verdeeld.
Vanaf volgend jaar gaat dit de in Nederland beursgenoteerde bedrijven zelf flink wat geld kosten. Het huidige aandeelinkoopprogramma van ASML van 12 miljard euro zou de chipmachinefabrikant dan ruim 2 miljard euro extra kosten, rekent de hoogleraar voor. "Zwaar fiscaal geschut", concludeert hij. "Daar zit overkill in."
Het belangrijkste dat Nederlandse bedrijven juist willen als het gaat over het vestigingsklimaat en de belastingen, zo benadrukken zij keer op keer, is dat beleid niet te vaak en te snel verandert.
Voor het duurder maken van aandeelinkoopprogramma's zoeken ambtenaren op het ministerie van Financiën naar een alternatief. Daar moet de Tweede Kamer, waar het oorspronkelijke voorstel vandaan komt, vervolgens over beslissen.