Tankstation
NOS Nieuws

Meer pensioengeld weggehaald bij olie- en gasbedrijven

  • Nik Wouters

    verslaggever Economie

  • Nik Wouters

    verslaggever Economie

Van bouwvakkers en bankmedewerkers tot zelfs medewerkers van olieconcern Shell: bij steeds meer pensioenfondsen wordt er discussie gevoerd over de vraag of pensioengeld nog wel naar de fossiele industrie moet gaan.

Dat leidt steeds vaker tot actie. De tien grootste fondsen, goed voor zo'n twee derde van al het pensioengeld in Nederland, hebben de afgelopen jaren samen voor zo'n 15 miljard euro aan investeringen verkocht, blijkt uit een rondgang van de NOS. Het gaat bijvoorbeeld om aandelen in oliebedrijven zoals Shell en BP.

Jarenlang was de strategie van pensioenfondsen om olie- en gasbedrijven van binnenuit te veranderen, door op aandeelhoudersvergaderingen te pleiten voor verduurzaming.

Van die strategie stappen verschillende pensioenfondsen af. Ze zijn teleurgesteld over de verduurzamingsplannen van bedrijven. Het pensioenfonds van ambtenaren, ABP, is het grootste fonds en stopte vorig jaar helemaal met beleggingen in fossiel. Deze week volgde het tweede pensioenfonds van Nederland, Zorg en Welzijn, dat voorbeeld. Het pensioenfonds heeft vrijwel alle beleggingen in de fossiele industrie verkocht.

"Ze geven daarmee vanuit de pensioensector een serieus signaal af aan de betreffende bedrijven om echt werk van verduurzaming te maken. Dat helpt ons ook", zegt David van As, directeur van het pensioenfonds voor medewerkers in de bouw. Dat pensioenfonds verkocht afgelopen jaar voor 800 miljoen euro aan investeringen en heeft nu nog ongeveer 700 miljoen euro zitten in olie- en gasbedrijven. "In lijn met ons beleid zullen we de bedrijven ook dit jaar kritisch beoordelen."

Demonstratie bij ABP in 2021

Het pensioenfonds voor werknemers in de transport heeft honderden bedrijven op de zwarte lijst gezet, waaronder Shell.

Ook pensioenfonds ING haalde het geld bij veel bedrijven in de fossiele industrie weg. Zeker 56 miljoen euro aan investeringen zijn van de hand gedaan. Als een bedrijf meer dan 10 procent van zijn omzet uit olie haalt, wordt er niet meer in belegd. Dat is opmerkelijk, omdat de bank zelf er juist wel voor kiest om voorlopig met oliebedrijven te blijven werken. Daarover loopt een zaak van Milieudefensie tegen ING.

Volgens de bank is het niet tegenstrijdig dat het pensioenfonds de bezittingen in olie- en gas grotendeels verkoopt. De bank wijst in een reactie op het verschil tussen beleggen of een bedrijf financieren. Een belegging verkopen is makkelijker dan een lening stopzetten. Daarnaast kan de bank met de financieringen gerichter ervoor kiezen welke projecten wel en welke projecten niet worden gesteund.

Ook het pensioenfonds van ABN Amro - het elfde fonds qua grootte in Nederland - heeft de meeste beleggingen in olie- en gasbedrijven verkocht. Van al het pensioengeld wordt nog maar 0,05 procent in de olie- en gasindustrie gestoken.

Shell

Ook het pensioenfonds van olieconcern Shell wil het pensioengeld steken in bedrijven die de wereld verduurzamen. "Bedrijven waarin wordt belegd, worden actief aangezet tot verduurzaming", zegt een woordvoerder. "Wanneer dialoog onmogelijk is gebleken, kan het fonds besluiten tot uitsluiting of verkoop."

Volgens het pensioenfonds is dat in drie gevallen gebeurd. Om welke bedrijven het gaat, wil Shell niet zeggen.

Shell zegt het besluit van pensioenfondsen zoals Zorg en Welzijn die hun geld weghalen te betreuren. "Dit besluit heeft geen enkel voordeel voor het klimaat. Het zal het daadwerkelijke energiegebruik niet veranderen en blijft een verkeerd begrip schetsen van de noodzakelijke veranderingen in het huidige energiesysteem."

Het bedrijf hoopt dat pensioenfondsen zoals Zorg en Welzijn terugkomen als investeerder.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl