Oceaanbodem barst van het leven, dilemma voor winning kostbare metalen
Sven Schaap
redacteur Online
Een paar weken nadat Noorwegen als eerste land toestemming had gegeven voor onderzoek naar omstreden diepzeemijnbouw, blijkt uit Nederlands onderzoek dat diepzeemijnbouw mogelijk veel meer leven kan verstoren dan gedacht. De oceaanbodem, een enorme bron van kostbare metalen voor de energietransitie, blijkt meer biodiversiteit te bevatten dan verwacht. Reden voor onderzoekers om te manen tot voorzichtigheid.
Voor haar onderzoek deed Coral Diaz-Recio Lorenzo van het Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) onder meer onderzoek naar mangaanknollen. Deze miljoenen jaren oude knollen ter grootte van een aardappel bevatten tal van waardevolle metalen als kobalt, koper en nikkel en worden ook wel de "truffels van de oceaan" genoemd, naar de peperdure zwammen waar ze een beetje op lijken.
De vraag naar de metalen en mineralen die ook in de knollen zitten, neemt volgens het Internationaal Energieagentschap de komende jaren met 70 procent toe. Elektrische auto's, windmolens, smartphones: ze hebben de stoffen allemaal nodig. Mijnbouwbedrijven en baggeraars kijken dan ook niet voor niets verlekkerd naar de knollen die onder meer in delen van de Stille Oceaan op zo'n 4,5 kilometer diepte liggen.
Maar het delven van de knollen is niet onomstreden. Milieuorganisaties en onderzoekers wijzen al tijden op de impact ervan op de vrijwel onaangetaste oceaanbodem. Ze vragen zich af of het ecologisch verantwoord is om de knollen naar de oppervlakte te halen met grote zuigmachines die ook gigantische stofwolken veroorzaken. Hoewel er nog veel onbekend is over het leven op de oceaanbodem, vinden ze het aannemelijk dat de verstoring van het leven groot zal zijn.
Het onderzoek van het NIOZ lijkt in ieder geval een deel van hun zorgen te bevestigen. "Dat er leven op de knollen zit wisten we al, maar ín de knol zit ook leven", zegt marien bioloog Sabine Gollner van het NIOZ. Ze begeleidde Diaz-Recio Lorenzo in haar onderzoek naar het leven op 4000 meter diepte in de zogenoemde Clarion Clipperton Zone. "Dit onderzoek laat zien dat je echt voorzichtig moet zijn met commerciële diepzeemijnbouw."
Het gebied dat is onderzocht, waar ook wordt gekeken naar mogelijkheden voor diepzeemijnbouw:
De mangaanknollen en hun omgeving blijken druk bewoond door allerlei diersoorten. "Zo'n knol is poreus, er zitten gangetjes in. In één knol leven vijftien tot soms wel 200 diertjes, blijkt hieruit." Er leven bijvoorbeeld roeipootkreeftjes en aaltjes in en op de knollen, maar er werden ook eitjes aangetroffen, wat het voorstelbaar maakt dat dieren de oceaantruffels gebruiken voor de voortplanting.
En de genen van de dieren in de mangaanknollen zijn bovendien in veel gevallen anders dan die van de dieren in de bodem eromheen. Gollner: "Het is mogelijk een vrij unieke diergemeenschap die ook in de knol leeft."
Ze wijst erop dat mangaanknollen heel langzaam ontstaan. "Zo'n knol groeit met een aantal millimeters per miljoen jaar. Als je zo'n knol weghaalt, neem je dus al het leven dat zich op of in zo'n knol bevindt ook weg. En van grotere organismen, zoals sponzen of koralen, weten we ook dat die de knol nodig hebben als leefruimte. Als je de knol weghaalt, verdwijnt dus ook dat leven op deze plek voor mogelijk miljoenen jaren", legt Gollner uit.
Allseas ziet kansen
Veel bedrijven die de mangaanknollen van de bodem willen halen, wachten op regelgeving. Het Nederlandse offshorebedrijf Allseas is zo'n bedrijf.
"Elke vorm van winning van metalen, op land en op zee, heeft invloed op het milieu. Zero impact bestaat niet", reageert Allseas. "Het gaat dus om oplossingen met de minste impact. Wij zijn ervan overtuigd dat het verzamelen van deze mangaanknollen van de zeebodem, kijkend naar de CO2-voetafdruk, de milieu-impact en de sociaaleconomische impact, veel duurzamer is dan winning van deze metalen door mijnbouw op het land."
Gollner van het NIOZ wijst er overigens op dat er geen wetenschappelijk onderzoek is dat mijnbouw op land en in zee vergelijkt, dus dat niet zo te zeggen valt wat er duurzamer is.
De marien bioloog legt uit dat veel knollenvelden in internationale wateren liggen en dat de wetgeving daar bij de Internationale Zeebodemautoriteit (ISA) ligt. "Dat maakt dit een ontzettend groot vraagstuk, want het gaat om zo'n 50 procent van het aardoppervlak. Ze zijn ermee bezig en ze proberen de regelgeving voor diepzeemijnbouw klaar te hebben in 2025, maar er zijn nog wel wat vraagstukken waar ze wat mee moeten."
Kijk hier naar de video over de eerste succesvolle winning van schaarse metalen voor batterijen in de Stille Oceaan: