Bennie Muller
NOS VoetbalAangepast

Voetbal hield de kleine Muller op de been en dat heeft Ajax geweten

Dat het een verloren wedstrijd betrof - de Italianen trokken met 4-1 overtuigend aan het langste eind - deerde hem niet. Voor de gisteren op 85-jarige leeftijd overleden Bennie Muller was het het onbetwiste hoogtepunt uit zijn voetballoopbaan: de Europacup 1-finale met Ajax tegen AC Milan in 1969.

Het historische duel in Madrid - voor het eerst had een Nederlandse club het in Europa zover geschopt - markeerde echter ook het einde van zijn gloriejaren bij Ajax. Trainer Rinus Michels sloeg aan het verjongen en dat kostte Muller zijn tot dan gegarandeerde plek op het middenveld.

De jonge aankopen Gerrie Mühren en Nico Rijnders kregen de voorkeur boven de dertiger, net voordat Ajax internationaal aan de weg ging timmeren.

Joodse buurt

Muller werd kort voor de Tweede Wereldoorlog in Amsterdam geboren en groeide op in de Rapenburgerstraat, in de Joodse buurt. En dat heeft hij geweten ook. "Ik heb iedereen weggehaald zien worden", verhaalde hij eens over de oorlogsjaren.

De deur van de familie Muller werd niet overgeslagen. "Op een dag stonden er twee moffen op de stoep. Ze kwamen voor mijn Joodse moeder. Grote paniek. Alle kinderen hebben staan schreeuwen en janken. Mijn vader heeft mijn moeder gelukkig na drieënhalve maand vrij kunnen krijgen uit Westerbork door te bewijzen dat hij niet Joods was."

De ouders van Mullers moeder en veel van haar broers en zussen kwamen er minder goed vanaf en kwamen om in Sobibor en Auschwitz. "Al die gebeurtenissen hebben een enorme impact op mij gehad."

Kapsonesclub

Voetballen hield hem op de been. Muller was lid van TDW (Training Doet Winnen) in Duivendrecht toen hij als jochie van elf jaar met schoolvriendjes op straat aan het voetballen was en daar door een man werd aangeschoten. Of-ie misschien een proefwedstrijd bij Ajax wilde spelen.

"Ik vond het eigenlijk niks", bekende Muller zo'n 65 jaar later in een interview. "Ik speelde al bij TDW en Ajax was een echte kapsonesclub. Mijn vader en oudste broer hebben mij toen een beetje gedwongen om te gaan. Na die proefwedstrijd ben ik nooit meer weggegaan."

De scouts van Ajax hadden na tien minuten proefspelen al genoeg gezien: zo'n speler konden ze goed gebruiken. Muller mocht naar de kant. Maar dat was tegen het zere been van de enthousiaste jongeling. De boze Bennie wilde de wedstrijd uitspelen.

Returnwedstrijd van de halve finale Europacup I voor landskampioenen Spartak Trnava-Ajax (2-0). De spelers verlaten het veld: de finaleplaats is bereikt. Links Ton Pronk, vooraan midden Bennie Muller.

In 1957 maakte Muller de sprong van de junioren naar de senioren. Hij begon in het vijfde, maar werd al snel overgeheveld naar het vierde en na zo'n beetje alle elftallen doorlopen te hebben volgde nog datzelfde seizoen zijn eerste wedstrijd in Ajax 1. Een vriendschappelijk duel met PSV.

De 19-jarige Muller had als opdracht meegekregen Coen Dillen af te stoppen, de topscorer bij de Eindhovenaren. "Na afloop zei Dillen dat ik wel erg hard op hem ingegaan was. Maar ja, het was mijn debuut en ik wilde mezelf laten zien. Dus ik ben er vol op gegaan." En met succes: de middenvelder viel niet meer uit het elftal weg te denken.

Bedenkingen

"Ik was eigenlijk wat meer verdedigend ingesteld", omschreef Muller zich eens. "Ik was geen bange speler en ging ook niemand uit de weg. Maar ik kon ook aanvallen. Ik was in staat om twee, drie man uit te spelen en kon behoorlijk goed koppen."

De stofzuiger van de ploeg, waarmee hij inmiddels al twee landstitels had veroverd, was er ook bij toen Ajax voor het eerst ook internationaal van zich deed spreken: de befaamde mistwedstrijd in Amsterdam tegen Liverpool eind 1966. Al had Muller zijn bedenkingen toen hij toen 's middags het Olympisch Stadion binnenwandelde. "Dit gaat nooit door", ging het door zijn hoofd.

Andere Tijden Sport over de 'mistwedstrijd' Ajax - Liverpool (5-1)

Niet alle belangstellenden zullen het door de dikke mist gezien hebben, maar er werd wel degelijk afgetrapt tegen de kampioen van Engeland, die het seizoen ervoor de Europa II-finale bereikt had. "We keken enorm tegen die gasten op", wist Muller zich decennia later nog te herinneren. "Die Engelsen waren al jaren fullprofs. Wij niet."

Bijna Feyenoorder

Onder leiding van Michels, die in 1965 de ontslagen Vic Buckingham was opgevolgd, had Ajax wel al een sprong voorwaarts gemaakt door niet één keer, maar twee keer per dag te trainen. Maar nog altijd hadden veel spelers er nog een baan naast.

Zo runde Muller, hoewel van huis uit diamantslijper, een sigarenzaak in de Haarlemmerstraat waar naast rookwaar ook kaartjes voor de wedstrijden van Ajax te koop waren. En vaak reed hij 's avonds nog door de hoofdstad om her en der sigarettenautomaten te vullen.

Het magere salaris bij Ajax leidde er bijna toe dat Muller verkaste naar Feyenoord, de aartsrivaal uit Rotterdam. "Die betaalde een beetje meer. Henk Groot is wel naar Feyenoord gegaan. En Johan Cruijff een tijd later ook. Maar uiteindelijk is de transfer niet doorgegaan, omdat Ajax te veel geld vroeg."

Voormalig Ajax- en Oranje-voetballer Bennie Muller (85) overleden

De wedstrijd in de Europacup 1 (de voorloper van de Champions League) tegen Liverpool leverde verrassend een 5-1 zege op voor de Amsterdammers. "Ongelooflijk. Na afloop zaten we doodstil in de kleedkamer. We konden het niet geloven dat we met zulke cijfers hadden gewonnen van Liverpool."

Zesdaagse Oorlog

De 1,68 meter lange terriër had er toen al 35 van zijn uiteindelijk 43 wedstrijden in het Nederlands elftal op zitten. En zijn twee interlanddoelpunten waren ook al gemaakt door de zesvoudig Oranje-aanvoerder. Een zilveren asbak, gekregen van voetbalbond KNVB, met daarin een korte tekst herinnerde hem aan de eerste, gescoord in mei 1964 tegen Albanië.

Maar minstens zo memorabel was voor de zich Jood voelende Muller het oefenduel in 1965 met Israël, gespeeld in Jaffa. Het was de eerste keer dat hij het land aandeed. "We wonnen met 1-0. Maar belangrijker was dat ik mij thuis voelde daar. Ik besefte dat Israël mijn land is. De Zesdaagse Oorlog, twee jaar later, bracht mij helemaal van de kaart. Ik sliep dagen niet. Ik ben altijd voor Nederland, natuurlijk. Behalve als we tegen Israël spelen. Dan weet ik het niet."

Nadat Muller in het seizoen 1969/1970 nog maar mondjesmaat binnen de kalklijnen was verschenen, vertrok hij na 425 officiële duels in het Ajax-shirt (37 doelpunten) bij de landskampioen. Hij speelde nog een jaar in de eredivisie voor het Haagse Holland Sport om zijn voetballoopbaan een niveautje lager in 1972 af te sluiten bij Blauw-Wit in zijn Amsterdam.

In 2014 werd Muller uitverkoren om de kampioenschaal aan de Godenzonen uit te reiken, al moest hij wel enig geduld betrachten. Hij had zich al een keer tevergeefs in Gelredome (Vitesse) en de Arena gemeld, toen hij dan eindelijk in Almelo (Heracles) in actie mocht komen. Hij had er met liefde zijn vakantie naar Italië voor uitgesteld.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl