Het werd verkozen tot woord van het jaar in Oekraïne: mobilisatie. Niet geheel onverwacht, want het onderwerp beheerst al een tijd de publieke opinie daar. Het leger wil 450.000 tot 500.000 Oekraïners rekruteren, maakte president Zelensky vorige maand bekend. Sindsdien raakt het land niet uitgepraat over wie wel en wie niet zou moeten dienen.
Een commissie van het Oekraïense parlement buigt zich over de kwestie. Deze week wordt een besluit verwacht over de vervolgstappen. Al duidelijk is dat de leeftijd waarop mannen in militaire dienst moeten, wordt verlaagd van 27 naar 25 jaar. Ook worden er hardere straffen voorgesteld voor het actief ontduiken van de dienstplicht, bijvoorbeeld beperkingen bij de aankoop van een huis of het aanvragen van een rijbewijs.
Het is een prangende kwestie. Het Oekraïense leger heeft dringend behoefte aan nieuwe menskracht om de huidige troepen te kunnen rouleren. Sommigen zijn al sinds het begin van de Russische invasie actief aan het front. Daarnaast zijn er uiteraard verliezen. Het is onbekend hoeveel, maar analisten gaan uit van tienduizenden doden.
Economische ontwrichting
De mobilisatie is een "puzzel zo oud als de dienstplicht zelf", zegt Samuël Kruizinga, universitair docent militaire geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. "Je vraagt offers van de bevolking, dus je moet ieder besluit goed kunnen uitleggen. Tegelijkertijd moet het land draaiende worden gehouden."
Wie veel bijdraagt aan de economie kan worden uitgezonderd, maar dat kan discriminerend werken: de armen vechten, de rijken niet.
Het is een lastige afweging om te bepalen wie nodig is om de economie 'overeind' te houden. "Wat in de geschiedenis vaak gebeurde, is dat bijvoorbeeld medewerkers van munitiefabrieken of boeren worden uitgezonderd", vertelt Kruizinga. Zo zijn er talloze criteria te bedenken: "Bijvoorbeeld dat niet alle zoons uit één gezin tegelijk worden opgeroepen."
Ook wie veel bijdraagt aan de economie (lees: belasting betaalt) kan worden uitgezonderd. Daarin schuilt een gevaar, schrijft Tymofy Mylovanov, oud-minister en directeur van de Kyiv School of Economics. "Dit beleidsplan heeft veel mensen beledigd. Het kan discriminerend werken: de armen vechten, de rijken niet."
Economische ontwrichting ligt op de loer, zegt ook brigadegeneraal Han Bouwmeester, hoogleraar militair-operationele wetenschappen bij de Nederlandse Defensie Academie. "Dat zie je ook in Israël. Daar hebben economen al berekend dat de inzet van reservisten de economie meerdere procenten verlies van het bbp kost."
De 'achterblijvers' kunnen niet per se de hele economie draaiende houden, zoals de vrouwen die in de Tweede Wereldoorlog fabriekswerk overnamen. "Je krijgt dan leken op posities die allerlei ballen in de lucht moeten houden. Dat leidt uiteindelijk tot economische schade."
Loterijmobilisatie
Een alternatief is een zogeheten loterij-mobilisatie. Dat was een Amerikaanse strategie tijdens de Vietnamoorlog. Voor iedere dag van het jaar werd een capsule in een glazen pot gestopt. Daarna werden één voor één capsules uit gevist: 14 september, 24 april, 30 december, 14 februari en 18 oktober. Wie op deze data tussen 1944 en 1950 was geboren, werd als eerste opgeroepen.
De loting vond in het openbaar plaats:
Zo'n loting is transparant en discrimineert niet, maar wordt door critici als te arbitrair gezien. Het mobiliseert immers ook de ingenieur die aan een belangrijk wapen werkt.
Aantrekkelijker maken
De populairste oplossing is volgens Mylovanov het verleiden van mensen om zich te melden voor het leger. Door bijvoorbeeld salarissen te verhogen, zouden meer mensen zich vrijwillig aanmelden. De vraag is of Oekraïne die kosten kan dragen.
Hoogleraar Bouwmeester denkt dat geld niet per se de beste prikkel is. "Uiteindelijk draait het vooral om innerlijke overtuiging om te vechten." Daar sluit historicus Kruizinga zich bij aan. "Heel plat gezegd: oorlog is niet leuk." Hij ziet meer in het aantrekkelijk maken van de diensttijd. "Zo kun je benadrukken dat het een vormende tijd kan zijn, waar je waardevolle vaardigheden leert."
Oekraïne probeert nu al in de wervingscommunicatie te benadrukken dat niet iedereen de loopgraven in moet. Er is immers ook behoefte aan allerlei ondersteunende functies of bijvoorbeeld dronebestuurders. Wie wil, kan zelf aangeven in welke functie hij of zij wil dienen. Met zo'n gerichte aanpak kan het draagvlak groot blijven, denken de deskundigen.