Sensationele Giele schaart zich met EK-titel in rijtje De Bruijn en Kromowidjojo
Tessa Giele heeft op de slotdag van de EK kortebaanzwemmen in het Roemeense Otopeni voor een sensatie gezorgd. De 21-jarige Giele had zich als achtste gekwalificeerd voor de finale van de 50 meter vlinderslag en eindigde die finale met een dik persoonlijk record (25,10) én de (gedeelde) Europese titel.
En nog geen uur na haar gouden race zwom Giele ook nog naar het brons op de 4x50 meter wisselslag voor gemengde teams.
De Bruijn en Kromowidjojo
De 50 meter vlinderslag was jarenlang het domein van de Nederlandse vrouwen, met specialisten als Inge de Bruijn, Hinkelien Schreuder, Inge Dekker, Angela Postma en Ranomi Kromowidjojo.
Die glorietijd is voorbij en dat maakt het succes van Giele des te opvallender. Iedereen verwachtte een Zweeds onderonsje tussen Sara Junevik en Louise Hansson, maar het was Giele die vanuit baan acht als snelste weg was, als eerste keerde en ook als snelste aantikte.
Tenminste, ze tikte precies op hetzelfde moment aan als de Griekse Anna Ntountounaki. En dus mogen beide zwemsters zich Europees kampioen noemen.
"Dit had ik natuurlijk niet zien aankomen", glunderde de net 21-jarige Giele na afloop. "Beter kan eigenlijk niet. In de series ging het vrij goed, maar in de halve finale wat minder. Eigenlijk probeerde ik gewoon de race van de series na te doen, maar dan iets harder."
Dat die tactiek zou leiden tot de Europese titel kon de geboren Brielse amper geloven. "Ik zag het lampje onder het startblok aangaan en dat betekent dat je een medaille hebt. Maar toen draaide ik me om en zag ik een eentje achter mijn naam. Toen kon het helemaal niet meer stuk."
Luister hier naar het gesprek met Giele in NOS Langs de Lijn:
Giele had weinig tijd om te genieten van haar titel, want ze moest zich snel klaarmaken voor de finale van de 4x50 meter wisselslag voor gemengde teams. Met brons als resultaat.
Roze wolk op wisselslag
Kira Toussaint begon de wisselslag voor titelverdediger Nederland en tikte als enige vrouw op de rugslag als achtste aan. Caspar Corbeau bracht de achterstand op de 50 meter schoolslag flink terug, waarop Giele - zwemmend op een roze wolk - Nederland met de vlinderslag weer wat dichter bij de medailles bracht.
Kenzo Simons maakte het vervolgens af op de vrije slag. Het goud was voor Italië in 1.36,58, dat het favoriete Frankrijk (1.37,14) voorbleef. Nederland finishte in 1.37,86.
Bekijk hieronder de samenvatting van de 4x50 meter wisselslag voor gemengde teams.
Op de 50 meter schoolslag had Nederland met Koen de Groot en Corbeau twee ijzers in het vuur, maar de strijd om de medailles werd een Italiaans-Turkse strijd. Nicolo Martinenghi (25,66) was de snelste, voor zijn landgenoot Simone Cerasuolo (25,83).
De Turkse wereldrecordhouder Emre Sakçi - in 2021 werd hij de eerste man die onder de 25 seconden dook (24,95) - moest genoegen nemen met het brons. De Groot werd knap vierde in 26,28, Corbeau eindigde als vijfde (26,41).
Thomas Jansen kon niet verrassen op de 400 meter wisselslag. De 22-jarige specialist op de lange afstanden - hij zwemt ook openwaterwedstrijden - kwam na de vlinderslag als vierde door. Dat consolideerde hij op de rugslag, maar bij het derde onderdeel, de schoolslag, werd de achterstand toch wel erg groot.
Jansen keerde na 300 meter als vijfde en moest op de borstcrawl nog een plekje toegeven. Jansen tikte uiteindelijk aan als zesde in 4.08,32.
De Italiaan Alberto Razzetti zwom onbedreigd naar de titel in 3.57,01, de vierde tijd ooit gezwommen.
Wiffen zwemt 15 jaar oud wereldrecord uit de boeken
Een van de sterren van dit EK is de Ier Daniel Wiffen. Na Europese titels op de 400 meter en de 1.500 meter vrije slag zwom hij op de slotdag op de 800 meter vrije slag ook nog eens het wereldrecord van de Australische zwemlegende Grant Hackett aan flarden.
De Ier was met 7.20,46 ruim drie seconden sneller dan het oude wereldrecord van Hackett. Nummer twee David Aubry volgde op bijna tien seconden van de ontketende Ier.
De Nederlandse zwemmers keren zo terug uit Otopeni met elf medailles: zes gouden en vijf bronzen. Toussaint was met twee titels en een bronzen medaille wederom de meest succesvolle Nederlandse. Corbeau keert terug met een gouden en drie bronzen medailles.
Na Groot-Brittannië (23 medailles, 9 keer goud), Italië (22 medailles, 7 keer goud, waarvan 6 op de slotdag) en Frankrijk (23 medailles, 7 keer goud) was Nederland het vierde zwemland bij dit EK.