Minder besmettingen met blauwtong door kou, maar gevaar is niet geweken
Plotseling stak het de kop op: het blauwtongvirus. Herkauwers als schapen en runderen kunnen er erg ziek van worden en een deel van de dieren sterft na een besmetting. Drie maanden na het begin van de uitbraak is blauwtong door de kou grotendeels verdwenen, maar de angst voor terugkeer is groot.
Op 6 september maakte het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) bekend dat het virus na veertien jaar weer in Nederland was aangetroffen. Het dook op bij vier schapenhouderijen in Noord-Holland en Utrecht. Sindsdien heeft het zich snel verspreid en is het op ruim 5500 locaties vastgesteld.
Opzwellende gewrichten, mank lopen en kwijlen zijn symptomen van een besmetting. Een deel van de dieren herstelt, maar er gaan ook dieren dood. Exacte sterftecijfers zijn er nog niet, maar half november schreef demissionair minister Adema dat ruim 5 procent van de schapenpopulatie was gestorven.
De organisatie die de kadavers ophaalt hoort niet waaraan dieren zijn gestorven, maar zegt dat in de periode waarin blauwtong rondwaart 40.000 schapen meer zijn opgehaald dan verwacht. Na een piek eind oktober ziet de organisatie het aantal dode schapen nu dalen richting het normale aantal.
De knut, een soort kleine mug, verspreidt het blauwtongvirus. Het insect wordt minder actief als de temperatuur daalt en daardoor zijn er de laatste tijd minder besmettingen. Dat is terug te zien in het aantal blauwtongtests dat in het laboratorium positief uitvalt, al is niet uit te sluiten dat er nu ook minder consequent wordt getest dan eerder bij deze uitbraak.
Deze grafiek toont het aantal positieve PCR-tests per week:
"Het is te koud voor de knut", zegt Melle Holwerda, onderzoeker bij Wageningen Bioveterinary Research. "Als het rond de acht graden is, gaat het virus minder hard rond. Daarom nemen de besmettingen af."
Dat betekent niet dat we voorgoed van het blauwtongvirus af zijn. "Het kan zomaar dat de knutten de stallen in duiken. Het virus kan op die manier de winter doorkomen en in het voorjaar weer terugkeren."
Boer Gert Vendrig had vijftig schapen en daarvan is de helft dood. Ook koeien moesten eraan geloven. "Het was verschrikkelijk hoe snel het ging. Op een gegeven moment hadden we zes dode schapen aan de weg liggen die opgehaald werden."
Naast de emotionele schade is het financieel ook een klap. "Elk dier kost geld. Daarnaast kunnen we geen melk meer verkopen van de koeien en hebben we volgend jaar geen lammeren. Er wordt niks vergoed door de verzekering of door een schadefonds."
Als alles meezit kunnen we halverwege het volgende jaar een goed werkend vaccin toepassen bij dieren op veehouderijen.
"We zijn blij dat het nu weer rustig is", vervolgt Vendrig. "Maar de angst dat het terugkomt, zit er goed in. We hopen daarom vurig op een vaccin."
Tegen de huidige blauwtong-variant bestaat nog geen vaccin dat he ministerie geschikt vindt. Het voert daarom gesprekken met zeven farmaceuten over het ontwikkelen van een nieuw vaccin.
Ondertussen richt Wageningen Bioveterinary Research op verzoek van LNV een plek in waar mogelijke vaccins in het laboratorium kunnen worden getest op schapen.
"Veel werk moet nog worden verzet om alle herkauwers in Nederland in te enten", zegt onderzoeker Holwerda. "Als alles meezit kunnen we halverwege volgend jaar een goed werkend vaccin gebruiken bij de veehouderijen."
Om grip te krijgen op blauwtong wordt niet alleen naar een vaccin gezocht. Toezichthouder de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit onderzoekt welke knuttensoorten het virus bij zich dragen en of die in stallen overwinteren. Ook loopt er onderzoek naar de sterftecijfers en het herstel van herkauwers na een besmetting.