NS komt met nooddienstregeling voor extreem winters weer
Om het spoor begaanbaar te houden bij extreem winters weer hebben NS, ProRail en de regionale vervoerders een nooddienstregeling bedacht die ervoor moet zorgen dat er toch treinen kunnen blijven rijden.
Bij zwaar winters weer zijn wissels kwetsbaar; door sneeuw en ijs kunnen ze vast gaan zitten. Als de nooddienstregeling van kracht is, wordt 92 procent van de wissels buiten gebruik gesteld. De overige 8 procent van de wissels, ruim 500 stuks, moeten door storingsploegen van ProRail 'in bedrijf' worden gehouden. Zo kan er toch gereden worden.
Zowel landelijk als regionaal
De dienstregeling kan bij winters weer zowel op landelijk als regionaal niveau worden aangepast. Daarmee moet meer ruimte ontstaan om problemen op het spoor snel op te lossen.
Bij extreem winters weer, wanneer er code rood wordt gegeven door het KNMI en er meer dan 6 centimeter sneeuw valt, reden er voorheen helemaal geen treinen. Met de nooddienstregeling moet nu 15 procent van alle treinen van alle vervoerders blijven rijden. De bedoeling is dat daarmee reizigers met een 'cruciaal beroep' toch op hun bestemming kunnen komen, terwijl alle andere treinreizigers dan het verzoek krijgen niet met de trein te reizen.