Superrijken bezitten steeds duurdere kunst, en hangen die niet aan de muur
Gidi Pols
redacteur Economie
Gidi Pols
redacteur Economie
De kunstverzameling van de superrijken wereldwijd is bijna net zoveel waard als het vermogen van alle Nederlanders samen. Dat blijkt uit een rapport van zakelijk dienstverlener Deloitte. Een deel van die kunst verdwijnt permanent in opslagloodsen. Daar zijn de temperatuur en vochtigheidsgraad perfect, maar het is ook een manier om belasting te ontwijken.
Afgelopen jaar was de collectie kunst en verzamelobjecten van ultravermogende individuen naar schatting 2 biljoen euro waard (2000 miljard). Ter vergelijking: het spaargeld, de huizen, de aandelen en al het andere bezit van alle Nederlandse huishoudens samen was in dat jaar 'slechts' 0,45 biljoen meer waard.
In 2016 had de collectie van de superrijken nog een waarde van 1,5 biljoen euro.
Kunst is een geliefd investeringsobject bij de superrijken. Vermogensadviseurs moedigen de rijken ook steeds meer aan om geld in kunstwerken te stoppen, blijkt uit het rapport. In 2014 vond nog maar de helft van de adviseurs dat investeringen in kunst onderdeel moesten zijn van het vermogensbeheer. Inmiddels vindt 90 procent van de adviseurs kunst en verzamelobjecten zoals zeldzame wijnen, klassieke auto's of juwelen belangrijke ingrediënten.
"De interesse in kunst als een belegging is er al lang, maar neemt zeker toe", merkt ook Bert Kreuk, zelf miljonair en kunstverzamelaar. "Het is een alternatief voor goud en aandelen. Waarom? Kunst is uniek. Er zijn maar weinig werken van de kwaliteit van een Monet of Picasso. En daardoor worden die schilderijen niet snel minder waard."
De onderzoekers van Deloitte merken ook op dat het steeds populairder wordt om een aandeel in een kunstwerk te kopen, in plaats van het hele werk. Met name jongere rijken voelen veel voor deze vorm van investeren.
De kunsthandel had in 2022 een waarde van 68 miljard dollar. En in de handel in luxe verzamelobjecten ging zelfs 363 miljard dollar om, waarmee de waarde van die markt bijna verdubbelde in twee jaar tijd.
Honderden miljoenen
Begin deze maand werd nog een Picasso verkocht voor ruim 130 miljoen euro. De verkoop was onderdeel van een veiling van de kunstcollectie van de dit jaar overleden multimiljonair Emily Fisher Landau. Wie de koper is, is onbekend. "De koop van dit soort schilderijen is een internationaal spel van miljardairs geworden", zegt Kreuk, die zelf ook een Picasso bezit. "Ik heb het geluk gehad dat ik 30 jaar geleden ben begonnen met kunst verzamelen. Nu zou ik mijn eigen collectie niet meer kunnen betalen."
Kreuk zag onder andere dat ook Qatari's en Saudi's interesse kregen voor Europese topkunst. "De laatste 20 jaar is veel naar Qatar gegaan om de musea daar te vullen", zegt Kreuk. "De Saudi's doen nu hetzelfde."
In 2017 betaalde een Saudische prins bijvoorbeeld 450 miljoen dollar voor de Salvator Mundi. Het schilderij dat toegeschreven wordt aan Leonardo da Vinci is daarmee het duurste kunstwerk ter wereld geworden.
Niet aan de muur
Veel van die topwerken hangen niet in de woonkamer van een miljonair of miljardair. In sommige gevallen lenen de eigenaars hun kunst uit aan musea. Maar een ander deel verdwijnt in zogeheten freeports. Dat zijn speciale opslagloodsen voor waardevolle objecten.
"Dit soort schilderijen is te duur om thuis aan de muur te hangen. Verzekeraars willen dat niet", zegt Kreuk, die zelf ook een deel van zijn collectie in een freeport stalt. "De jonge kunstenaars hangen aan de muur, duurdere werken bewaar ik in de opslag."
Kreuk weet dat sommige kunstbezitters de loodsen ook gebruiken om allerlei kosten te omzeilen. "Je kan bijvoorbeeld invoerrechten voorkomen." En het kan ook een manier zijn om btw of vermogensbelasting te ontwijken. Of zoals de IJslandse econoom Oddny Helgadóttir schrijft : de opslagloodsen voor luxegoederen zijn onderdeel geworden van een wereldwijd ecosysteem van belastingontwijking.