Nadat de Amerikaanse president Joe Biden zijn twijfel had geuit over het dodental van ruim 7000 in Gaza, publiceerde het ministerie van Volksgezondheid van Gaza een lijst met de namen van 6747 mensen die volgens het door Hamas gecontroleerde ministerie zijn omgekomen bij Israëlische aanvallen. Onder hen de namen van 2665 kinderen. 281 lichamen moeten volgens het ministerie nog worden geïdentificeerd.
Ook de 34-jarige Nederlandse Islam al-Ashqar, die omkwam bij een explosie in centraal-Gaza, staat op de lijst. Experts noemen de gegevens betrouwbaar.
We zouden ons niet moeten richten op deze cynische discussie over cijfers.
"Ik weet zeker dat er onschuldigen zijn gedood, dat is de prijs voor het voeren van een oorlog", zei Biden woensdag op een persconferentie. "Maar ik heb geen vertrouwen in het aantal dat de Palestijnen gebruiken." Daarop verscheen het 212 pagina's tellende document met namen, leeftijd, geslacht en het officiële identificatienummer van mensen die volgens Palestijnse functionarissen in Gaza zijn gedood, sinds Israël op 7 oktober met luchtaanvallen begon.
Uit het verleden blijkt dat de statistieken uit Gaza meestal accuraat zijn. Nieuwsmedia en internationale organisaties vertrouwen op de cijfers, ook omdat ze het dodenaantal zelf niet kunnen verifiëren. "Het zorgministerie van Gaza heeft toegang tot informatiebronnen die niemand anders heeft", zegt Omar Shakir, directeur Israël en Palestina bij mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW). "Gegevens uit mortuaria en ziekenhuizen zijn de meest betrouwbare manier om het aantal slachtoffers te tellen. Bovendien komen ooggetuigenverslagen en de vernietiging die we zien op satellietbeelden overeen met het niveau van het dodental."
600 bedden, 1700 patiënten
Nieuwsuur spreekt een arts van het Al-Shifa-ziekenhuis in Gaza die de telmethode bevestigt. "Het aantal doden wordt bijgehouden door de lichamen die het mortuarium binnenkomen te tellen. Ze worden door familie of buren geïdentificeerd", aldus Ghassan Abu-Sittah.
Ondertussen is de situatie in dat ziekenhuis dramatisch. "We hebben 600 bedden, maar er liggen hier 1700 gewonden. Ze liggen op alle plekken die je maar kunt bedenken; op de vloer, in de gangen. De brandstof voor de stroomgeneratoren is bijna op en dan wordt het hier een massagraf."
Ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) twijfelt niet aan het dodental van het gezondheidsministerie. "Bij elk conflict of ramp krijgt de WHO de data van de relevante ministeries van gezondheid", zegt Rik Peeperkorn, WHO-vertegenwoordiger in de Palestijnse gebieden. "De belangrijkste statistieken zijn in Gaza, de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem altijd heel robuust."
In de nasleep van eerdere oorlogen tussen Israël en Hamas publiceerde het humanitaire bureau van de VN het definitieve dodental op basis van eigen onderzoek van medische dossiers. In alle gevallen kwamen de tellingen van de VN grotendeels overeen met die van het ministerie van Volksgezondheid in Gaza. In 2008, 2014 en 2021 meldde het ministerie respectievelijk 1440, 2310 en 260 Palestijnse doden, de VN rapporteerde er respectievelijk 1385, 2251 en 256.
HRW-directeur Shakir benadrukt dat die doden niet per se allemaal het gevolg zijn van Israëlisch geweld. "De oorzaak kan ook een mislukte Palestijnse raket zijn, bijvoorbeeld. Daarom gebruiken wij de data van het ministerie alleen om het aantal Palestijnen doden tijdens vijandelijkheden te bepalen, niet de doodsoorzaak."
'Richt je op staakt-het-vuren'
Over de geloofwaardigheid van het ministerie ontstond twijfel na een explosie bij het Al-Ahli-ziekenhuis in Gaza-stad. Binnen een uur rapporteerde het ministerie van Gaza dat er 500 Palestijnen waren gedood, en verlaagde dat aantal de volgende dag naar 471. Amerikaanse inlichtingendiensten schatten dat er tussen de 100 en 300 mensen om het leven zijn gekomen, maar hebben niet gezegd hoe ze aan de cijfers komen.
Volgens Shakir is de twijfel over het zorgministerie grotendeels onterecht. "Veel scepsis wordt veroorzaakt doordat westerse landen vaak geen onderscheid maken tussen de politieke en militaire takken van Hamas. De ambtenaren in Gaza zijn professionals. Maar Amerika, Nederland en andere landen steken liever hun hoofd in het zand over de schaal van de verschrikkingen in Gaza."
Peeperkorn: "Stel je voor dat de oorlog stopt, en we concluderen dat er geen 7000 maar 8000 of 6500 Palestijnse doden waren. Waar hebben we het over? We zouden ons niet moeten richten op die cynische discussie over cijfers. We moeten ons richten op veel belangrijkere zaken: een humanitair staakt-het-vuren en op het toelaten van brandstof, medische middelen, voedsel en water."