Bauke Haanstra
Bauke Haanstra
De koning gaf vrijdag het startschot voor de aanleg van een groot waterstofnetwerk. Ook het demissionaire kabinet zet vol in op waterstof en stopt miljoenen extra in de ontwikkeling van waterstoftechnologie voor het zwaar vervoer (vrachtwagens en bussen). Maar experts zijn kritisch.
Pas in 2040 of 2050 is het merendeel van de waterstof groen.
De Europese Unie eist dat Nederland voor 2030 op z'n minst dertig waterstoftankstations heeft. Het kabinet mikt op veertig nieuwe tankstations in de komende jaren.
Om dat te realiseren trekt Den Haag 125 miljoen euro uit voor ondernemers die zo'n tankstation willen bouwen. Het runnen van zo'n station is niet rendabel zolang er geen waterstofvoertuigen zijn, en daarom moeten transportbedrijven meedoen met de subsidieaanvragen. Zo worden die bedrijven gestimuleerd te investeren in waterstofvoertuigen, is het idee.
Dure wagens
Waterstofondernemer Kevin Schreiber is blij met de plannen. Zijn bedrijf Zepp.solutions bouwt vrachtwagens met brandstofcelsystemen die op waterstof werken. Schreiber verwacht dat de ontvangers van de subsidie snel bij hem uitkomen. "Door deze subsidie zijn waterstofvrachtwagens nog maar twee keer zo duur als dieselvrachtwagens in plaats van vijf."
Ook het Deense Everfuel is positief. Dat bedrijf runt een waterstoftankstation bij Rotterdam en werkt daar samen met busbedrijf Connexxion. Ook vrachtwagens zijn er in de toekomst van harte welkom, zegt Wouter van der Laak van Everfuel Nederland. "Ons waterstoftankstation is voor heavy duty voertuigen, we kunnen hier een bus in een minuut of tien voltanken. De buschauffeur is dus zo weer weg. Zo kan het ook met trucks gaan."
Buitenlandse mislukkingen
Hoewel de subsidieplannen dus goed ontvangen worden, laten buitenlandse voorbeelden zien dat waterstof niet altijd werkt. Zo heeft het Duitse Wiesbaden haar volledige waterstofbusvloot aan de kant gezet omdat de tanktechniek niet ver genoeg was, had een waterstoftreinvloot in Frankfurt grote opstartproblemen en annuleerden steden als Wenen, Rome en Tokyo hun plannen voor waterstoftransport vanwege de hoge kosten.
Een groter bezwaar tegen waterstof, zegt hoogleraar Energie en Grondstoffen Ernst Worrell (Universiteit Utrecht), is dat het op korte termijn niet groen geproduceerd kan worden. Om waterstof echt uitstootvrij te maken moet het opgewekt worden met groene stroom. En daarvan is er de komende jaren niet genoeg.
"Pas in 2040 of 2050 kan het merendeel van de waterstof groen gemaakt worden", zegt Worrell, die in het verleden meeschreef aan VN-klimaatrapporten. "We mogen er dus van uitgaan dat groene waterstof voorlopig in beperkte mate en voor een hoge prijs beschikbaar is."
'Batterijen voorlopig beter'
Worrell roept de overheid op goed te kijken waar die waterstof het beste gebruikt kan worden. Hij denkt dan vooral aan de industrie omdat voor sommige zware industriële processen (groene) elektriciteit niet geschikt is. Het initiatief waar de koning zich vrijdag voor inzet vindt hij dus een beter idee.
Voor zwaar vervoer is er een heel goed duurzamer alternatief: batterijen. Volgens onderzoeksinstituut TNO is dat ook nog eens goedkoper. Autobouwer Mercedes heeft al een vrachtwagen die 500 kilometer moet kunnen rijden op een volle batterij. Tesla bouwde zelfs een vrachtwagen die wel 800 kilometer zou halen.
Ook binnen ministeries bestaan grote twijfels over de Nederlandse miljardeninvesteringen in waterstof, ontdekte Nieuwsuur twee jaar geleden:
Toch ziet van der Laak van Everfuel de toekomst van waterstofvrachtwagens nog vol vertrouwen tegemoet: "Met waterstof moeten we kunnen komen tot hetzelfde comfortniveau als bij diesel. Dus: snel tanken, hoge actieradius en hetzelfde gewicht dat ze mee kunnen dragen in de vrachtwagen."
Vrachtwagenbouwer Schreiber ziet ook nog voldoende mogelijkheden met waterstof: "In de toekomst zie je nog steeds batterij-elektrische voertuigen, maar ook waterstofvoertuigen of voertuigen die op synthetische brandstoffen rijden. Het is een mix, er bestaat geen perfecte oplossing voor alles."