Eliane Lamper
redacteur Online
Eliane Lamper
redacteur Online
Met de massale uittocht van inwoners uit het noorden van Gaza vrezen Palestijnen voor een etnische zuivering. Zonder hun bezittingen en vaak zonder vervoer moeten ze de gevaarlijke weg naar het zuiden afleggen. De angst leeft dat zij nooit meer zullen terugkeren naar hun huizen.
"Mijn opa wilde eerst niet vertrekken. Hij zei dat we hoe dan ook zullen sterven: in ons eigen huis of in het zuiden", vertelt Neama Ayyoub, een 20-jarige student uit Gaza-stad, aan de NOS. Haar familie besloot uiteindelijk toch de stad te verlaten. "We zijn weggegaan met alleen de kleren die we aanhadden."
Israël riep afgelopen vrijdag inwoners in het noorden van Gaza op om te vertrekken. Het gaat om ruim een miljoen mensen. Die oproep werd gezien als een opmaat naar het Israëlische grondoffensief dat aanstaande lijkt. Meer dan een half miljoen mensen lieten hun woonplaats achter zich. Veel zieken en ouderen blijven achter.
Verdreven uit huizen
Het gedwongen vertrek herinnert de Palestijnen aan de Nakba, ook wel de 'catastrofe' genoemd. Rond het uitroepen van de staat Israël in 1948 sloegen zeker 700.000 Palestijnen op de vlucht of werden verdreven van hun land. Zij kwamen terecht in vluchtelingenkampen in onder meer Libanon, Jordanië en de Gazastrook.
Tientallen Palestijnse dorpen werden verwoest en verdwenen van de kaart. In steden werden huizen opnieuw bewoond door kolonisten. Veel families namen de sleutel van hun huis mee, die ze tot de dag van vandaag bewaard hebben, in de hoop ooit terug te kunnen keren. Zeker de helft van de Gazanen heeft familie die moest vluchten.
Palestijnen kennen deze gebeurtenissen uit de verhalen van hun ouders en grootouders. "Heel hun leven hebben zij deze verhalen gehoord, nu moeten ze het zelf meemaken", zegt analist Taghreed El-Khodary, die opgroeide in Gaza en daar jarenlang verslaggever was. "Wat er nu gebeurt is gezien de geschiedenis extreem pijnlijk."
Na de oproep van Israël waarschuwde een mensenrechtenexpert van de Verenigde Naties dat Palestijnen het gevaar lopen etnisch gezuiverd te worden. Een vertegenwoordiger van mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch sprak van een "massale ontheemding" die we "sinds de Nakba niet meer hebben gezien".
Humanitaire catastrofe
De moeder en zus van El-Khodary zijn naar het zuiden vertrokken, maar veel andere familieleden en vrienden hebben besloten te blijven. "Ze vragen zich af of ze wel veiliger zijn in het zuiden. Ze leggen zich erbij neer dat ze kunnen sterven in hun huis." Los van de bombardementen kampen Gazanen met een tekort aan water en voedsel.
De Israëlische blokkade en luchtaanvallen hebben geleid tot een humanitaire catastrofe, zegt de VN. Drinkwater en medicijnen raken in rap tempo op. Voor supermarkten en bakkerijen staan lange rijen, in de hoop een klein beetje eten te kunnen kopen. Mensen schuilen in ziekenhuizen en scholen, of verblijven daar omdat hun huis al is verwoest.
'Onze kinderen zijn ziek door het vervuilde drinkwater'. De Palestijnse familie Alathamna vluchtte naar het zuiden:
Student Neama Ayyoub ging met haar familie naar een vluchtelingenkamp in Deir al-Balah, in het midden van de Gazastrook. "Ik voelde me zo verdrietig, al die mensen die hun kinderen moesten dragen", vertelt ze over de tocht. "We slapen hier op de grond. Er is geen water meer en geen elektriciteit. Bij aankomst dachten we hier veilig te zijn. Maar ook hier wordt gebombardeerd. We hadden nooit van huis moeten gaan."
Niet naar Egypte
De grenzen van de Gazastrook zijn hermetisch afgesloten. Aan de grens met Egypte, in Rafah, staan honderden mensen te wachten. Die grens zit vooralsnog potdicht, maar als het land in samenspraak met Israël toch zou besloten de grens te openen, zou dat mogelijk een massale uittocht betekenen.
Het is de vraag of vluchtelingen dan ooit weer terug kunnen keren naar het stukje land. Er zijn dan ook Palestijnen die hebben besloten Gaza niet te verlaten, ook al zouden ze die kans hebben. "Al zou de grens met Egypte ooit opengaan, mensen willen niet in tenten leven in de Sinaï-woestijn", zegt El-Khoudary. "Dat zou daadwerkelijk een tweede Nakba betekenen."