'Situatie bij klooster Kosovo onder controle na belegering groep mannen'
De bezetting van een kloostercomplex in Kosovo door een groep van ongeveer dertig gewapende mannen, is volgens de Kosovaarse regering ten einde.
Minstens drie van de aanvallers zouden zijn gedood, twee zouden gewond zijn geraakt en vier van hen zouden zijn gearresteerd. Volgens minister van Binnenlandse Zaken Svecla is de situatie onder controle na een aantal opeenvolgende vuurgevechten.
Het is onduidelijk of de rest van de groep aanvallers is gevlucht of zich nog in de omgeving ophoudt. Svecla zei dat er in het klooster een grote hoeveelheid wapens en explosieven is aangetroffen.
Volgens de minister was het de bedoeling dat die wapens zouden worden uitgedeeld aan andere aanvallers die de eerste groep zouden volgen naar het klooster.
Bij de aanval door de groep, eerder vandaag, is een agent omgekomen en zijn nog drie andere agenten gewond geraakt. Onduidelijk is hoe zij er aan toe zijn.
Volgens de politie blokkeerden de aanvallers eerst een toegangsbrug met zware voertuigen zonder kentekens. Toen de politie daar op af kwam, opende de groep mannen het vuur voordat ze naar het nabijgelegen klooster trokken.
Het is onduidelijk wie er achter het geweld zit. De Kosovaarse premier Kurti en minister van Binnenlandse Zaken Svecla zeiden eerder dat de groep bestaat uit "door Servië gesponsorde criminelen". Vanwege het ogenschijnlijk goed georganiseerde karakter van de aanval dacht Kurti op te maken dat het "professionals met een militaire en politieachtergrond" zijn.
Eerdere spanningen
In mei dit jaar sloeg in het noorden van Kosovo de vlam even in de pan. Etnische Serviërs kwamen in botsing met de politie en de NAVO-vredesmacht. Tientallen NAVO-militairen en Servische demonstranten raakten toen gewond.
Aanleiding was toen een ruzie over kentekens; Serviërs in Noord-Kosovo moesten hun auto van een Kosovaars kenteken voorzien, maar dat wilden ze niet.
In maart leek de relatie tussen Kosovo en Servië juist weer wat te normaliseren. Na onderhandelingen onder leiding van Borrell werd toen afgesproken dat etnische Serviërs in Kosovo een vorm van autonomie zouden krijgen.