Vergankelijkheid was belangrijk thema in het werk van Erwin Olaf
Fotograaf Erwin Olaf is op 64-jarige leeftijd overleden. Hij leed sinds de jaren 90 aan longemfyseem, een ziekte die zijn levensverwachting inperkte. De eigen vergankelijkheid en de aftakeling van het lichaam speelden een grote rol in zijn latere werk.
Het menselijk lichaam stond vaak centraal in zijn werk, dat werd gerekend tot het beste van Nederland. Hij maakte ook officiële portretten van de koninklijke familie.
Olaf was een van de gezichten van de emancipatie- en homobeweging in Nederland. Op zijn zestigste verjaardag werd hij geridderd voor "zijn toonaangevende foto's en zijn inzet voor de lhbtiq+-gemeenschap".
Erwin Olaf Springveld werd in de zomer van 1959 geboren in Hilversum. Na een opleiding op de School voor Journalistiek en een korte carrière als fotojournalist koos hij halverwege de jaren 80 voor eigen creaties. Het was vaak gewaagd werk: in zwart-wit, met veel naakt en modellen in allerlei soorten en maten.
In de serie Chessmen, die in 1988 zijn internationale doorbraak betekende, portretteerde hij bijvoorbeeld ouderen, forse naakte vrouwen en kleine mensen in bondagekleding. In 1985 maakte hij zijn eerste zelfportret: Cum. Daarop poseerde hij met sperma van zijn toenmalige vriend Teun Frieszo in het gezicht.
De jaren 80 en 90 noemde Olaf het "harde" deel van zijn leven, met thema's als macht en erotiek. In die tijd deed hij ook veel reclame-opdrachten. Hij werkte het liefst met modellen die bereid waren tot het uiterste te gaan en was behalve fotograaf ook regisseur; Olaf deed alles voor de perfect geënsceneerde foto.
Een andere inspiratiebron was de schilderkunst: hij was gefascineerd door oude meesters als Rembrandt en Johannes Vermeer. Een gemene deler in hun werk was een voorliefde voor niet-perfecte lichamen. "Ik was opgegroeid met fotografie waarbij iedereen even knap en geweldig was", zei Olaf daarover. "Het niet-perfecte blijkt ook fascinerend; dat moet Rembrandt ook gevonden hebben."
Rond Olafs zestigste verjaardag kwamen twaalf van zijn foto's tussen de oude meesters te hangen in het Rijksmuseum: een plek waarvan hij zei dat daar de wortels van zijn kunstenaarschap lagen, en waaraan hij al tijdens zijn leven honderden foto's schonk.
Na de eeuwwisseling werd zijn werk zachter. Hij maakte ook andere objecten, zoals videokunst en installaties. Wat bleef was het naakt en de hang naar absolute perfectie. Decor, licht, model, make-up, attributen: alles moest tot in detail kloppen.
Ook fotografeerde hij vanaf 2011 herhaaldelijk leden van de koninklijke familie. Het staatsieportret van koning Willem-Alexander en Máxima is van zijn hand. Ook foto's die Olaf maakte van de dochters van het koninklijk paar gaan de wereld over.
Het opkomen voor vrouwen en homoseksuelen was een constante in het leven van Olaf. In een documentaire van regisseur Michiel van Erp zei hij dat hij sinds zijn achtste was uitgescholden om zijn geaardheid, en dat dat nooit was gestopt.
In een interview met Linda Nieuws zei hij in 2017 dat veel openbare plekken en het internet "bijna oorlogsgebieden zijn geworden voor de lhbt-gemeenschap". "Al dat gehis en gesis omdat je van iemand van hetzelfde geslacht houdt, dat doet echt wel pijn."
In 2012 haalde hij het nieuws met het initiatief voor een 'kiss-in', een publieke zoenpartij voor een Amsterdamse snackbar, waar Olaf een paar dagen daarvoor door de eigenaar was aangesproken op het feit dat hij zoende met zijn vriend.
Zijn longemfyseem speelde Olaf in zijn laatste jaren steeds meer parten. De ziekte werd in al in 1996 bij hem vastgesteld; zijn levensverwachting was een jaar of 60, zeiden artsen hem toen. Later werd dat volgens hem bijgesteld tot 70.
Het hielp hem keuzes te maken. "Ik wil nu leven. Niet morgen", zei Olaf in interviews. De ziekte heeft hem er ook niet onder gekregen, vertelde hij in het AD. "Dat ik dit allemaal mag meemaken, denk ik regelmatig. Dat is niet iedereen gegeven."