Anti-regeringsdemonstranten in Syrische stad Sweida beschoten
Betogers in de zuidelijke Syrische stad Sweida, waar al bijna een maand elke dag wordt gedemonstreerd tegen de slechte levensomstandigheden in Syrië, zijn beschoten.
Dat gebeurde vanuit een kantoor van de regerende Ba'athpartij. Tientallen demonstranten die zich opmaakten om het gebouw te bestormen werden onder vuur genomen door bewakers. Drie mensen zouden licht gewond zijn geraakt.
De betoging is daarna voortgezet, meldt het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten, dat de ontwikkelingen in het land volgt vanuit Groot-Brittannië.
De demonstraties zijn begonnen als protest tegen de verslechterende levensomstandigheden: de voedsel- en brandstofprijzen blijven maar stijgen, zeker sinds de subsidies op brandstof zijn afgeschaft.
In ruil daarvoor werden de salarissen van ambtenaren met 100 procent verhoogd, maar dat wakkerde de inflatie nog meer aan. De munt, het Syrische pond, is vrijwel niets meer waard.
Gerechtigheid
Maar het gaat om veel meer: er wordt ook opgeroepen tot de vrijlating van politieke gevangenen en gerechtigheid. De betogers zijn ontevreden over de corruptie en de bemoeienis van Rusland en Iran met hun land en gaandeweg zijn ze ook het vertrek van het regime gaan eisen.
Degenen die de straat op gaan zijn overwegend druzen, een religieuze minderheid waarvan de mannen niet in het leger hoeven. Voorwaarde is wel dat ze zich onthouden van kritiek op het bewind en dus ook niet demonstreren.
Maar de betogers in Sweida trekken zich daar niks meer van aan. Tot nu toe keek het regime bij die demonstraties de andere kant op: de grote ontevredenheid lijkt geen directe bedreiging voor president Assad, die in een groot deel van het land de macht alweer jaren in handen heeft.