Rutte bij enquêtecommissie: hardere fraudeaanpak was in 2002 'logisch'
Het was logisch dat de aanpak van uitkeringsfraude aan het begin van deze eeuw fors werd aangescherpt. Dat heeft demissionair premier Mark Rutte gezegd voor de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid. Rutte was van 2002 tot 2004 staatssecretaris van Sociale Zaken in de eerste twee kabinetten Balkenende.
"Breder, slimmer en meer" werd het uitgangspunt van de handhaving. Het fraudebeleid werd 'risicogestuurd', wat betekent dat mensen gericht werden gecontroleerd op basis van kenmerken waarvan werd gedacht dat het de kans op fraude zou vergroten. Die aanpak leidde uiteindelijk ook tot het toeslagenschandaal, waarbij mensen harder werden aangepakt op basis van hun afkomst.
Rutte zei voor de commissie dat de aanscherping "een logisch gevolg" was op het beleid dat daarvoor in de paarse kabinetten was ingezet. "Ik pakte op wat er lag. Fraude was serieuze problematiek bij mijn aantreden. Er was heel veel aan de hand, er waren veel aanwijzingen voor fraude."
Ik zocht naar een balans tussen preventie en repressie. Een uitkering moet terechtkomen bij wie er recht op heeft. Dat is heel belangrijk voor het draagvlak.
Hij verwees naar diverse rapporten, waaruit bleek dat bijvoorbeeld de bijstand fraudegevoelig was. Maar concrete cijfers over hoe groot het probleem was, had hij niet. "Het was vooral anekdotisch."
Of die risicogestuurde aanpak ook nadelen kon hebben, werd van tevoren niet onderzocht. Rutte zag er geen aanleiding toe en het leek hem ook "voor de hand te liggen" dat zo'n aanpak meerwaarde zou hebben. "Ik zocht naar een balans tussen preventie en repressie. Een uitkering moet terechtkomen bij wie er recht op heeft. Dat is heel belangrijk voor het draagvlak."
Extra controle van Somaliërs
In 2004 stuurde Rutte een brief naar alle gemeenten waarin hij vroeg om specifiek Somalische Nederlanders te controleren. Aanleiding was een bericht van de Britse vreemdelingendienst dat mogelijk duizenden van hen een Nederlandse uitkering ontvingen, terwijl ze inmiddels in het VK woonden.
Voor de commissie zei Rutte dat het "ondenkbaar" was om niet in te grijpen, omdat ook de Nederlandse inspectie sprak van een "fraudepatroon". Hij vond dat er voldoende redenen waren om inbreuk te maken op het non-discriminatiebeginsel, ook al was niet duidelijk om hoeveel fraudegevallen het precies ging.
Daar dacht de rechter in 2007 anders over. Die oordeelde dat er wel degelijk sprake was van "onbehoorlijk bestuur en discriminatie op basis van ras". Rutte reageerde destijds gepikeerd op dat vonnis en zei dat de wet maar moest worden aangepast om het toch mogelijk te maken.
Daar staat hij inmiddels niet meer achter. "Dat was geen verstandige uitspraak." Rutte zou nu naar een andere manier zoeken om nader onderzoek te doen, al weet hij niet precies hoe dat zou moeten.
In de jaren 50 werd de sociale zekerheid gezien als een verworvenheid, maar inmiddels is sociale zekerheid voor veel mensen synoniem voor fraude.
Eerder op de dag ondervroeg de commissie oud-Volkskrantjournalist Gijs Herderscheê, die veel over het onderwerp schreef. Hij schetste het beeld dat de sociale zekerheid bij het begin, in de jaren 50 van de vorige eeuw, werd gezien als een verworvenheid. "Maar inmiddels is sociale zekerheid voor veel mensen synoniem voor fraude."
Dat is volgens Herderscheê vooral zo geworden nadat er in de jaren negentig vanuit de politiek steeds meer de nadruk was gelegd op fraudebestrijding. "Het beleid in de bijstand is snoeihard geworden. Fraude werd bepalend in de beeldvorming."
De politiek was daarbij leidend, maar ook de journalistiek droeg zijn steentje bij aan de beeldvorming. Een term als 'Bulgarenfraude' werd bedacht door journalisten. Herderscheê: "Dan lijkt het alsof alle Bulgaren frauderen, maar dat was niet zo. Het ging maar om een kleine groep criminelen en het meeste geld was binnen een jaar weer terug uit Bulgarije. Maar dat beeld is dan niet meer te nuanceren."
Signalen dat het te ver ging
Er waren wel degelijk signalen dat de overheid, en met name de Belastingdienst, veel te ver ging in de fraudejacht. Zo schreef de Nationale Ombudsman in 2017 al een rapport waarin stond dat duizenden gezinnen er de dupe van waren.
Over dat rapport werd wel bericht, ook door de Volkskrant, maar daarna werd het stil. Herderscheê vindt dat achteraf onbegrijpelijk. "We hadden natuurlijk de Ombudsman moeten bellen met de vraag of we in contact konden komen met zo'n gezin."
De toeslagenaffaire kwam aan het rollen doordat Trouw en RTL Nieuws erin doken. Toch bleven het ministerie en de Belastingdienst lang volhouden dat er niet veel aan de hand was. "Het gaat misschien te ver om te zeggen dat we jarenlang misleid zijn. Maar ze spraken wel erg verhullend", zei Herderscheê.