Bouju droomt van steentje bijdragen aan tweestrijd Jacobs vs. Kerley: 'Graag, zelfs'
Groot en groots denken, laat dat maar aan Raphael Bouju over. Nederlands snelste atleet na Churandy Martina mag dan debutant zijn op het WK-podium, hij weet als geen ander dat bescheidenheid in de wereld van de topsport niet per definitie een deugd is.
Dus droomt hij in Boedapest, veel en hardop. De tijd dat de 21-jarige sprinter er genoegen mee nam vanaf de zijlijn te kijken naar de langverwachte tweestrijd op de 100 meter tussen de Italiaanse olympisch kampioen Lamont Jacobs en de Amerikaanse titelverdediger Fred Kerley ligt ondanks zijn jeugdige leeftijd al achter hem.
Steentje bijdragen
Nu hij toch in de halve finales staat, waarom dan niet alles op alles zetten om zich te mengen in het gevecht tussen de twee grote gladiatoren? Graag draagt hij zijn steentje bij aan het absolute spektakelstuk van het mondiale titeltoernooi, klonk het. Met alle liefde, zelfs.
"Ik wil deze mannen uitdagen en helpen om hun snelste race ooit te lopen. De vraag is alleen of ik daar nu al aan toe ben."
Met een tijd van 10,09 ging Bouju als elfde naar de halve eindstrijd. Daarin moet het van de jongeling zeker één-tiende van een seconde harder gaan, is het heilige streven. Toetreden tot het elitaire gezelschap van 167 atleten dat ooit de magische barrière van 10,00 seconden slechtte is voor Bouju voorlopig de grootste uitdaging in zijn carrière.
Bekijk hier de race van Bouju en zijn reactie na afloop.
Het zou het startsein zijn om de jacht te openen op het nationale record van de inmiddels 39-jarige Martina, Bouju's vriend én bron van inspiratie binnen de nationale ploeg. De man die zijn vader had kunnen zijn en als houder van het Nederlands record van 9,91 zijn grote voorbeeld is.
Kwestie van tijd
Met een persoonlijke record van 10,02 lijkt het lopen van een 'sub-10' nog slechts een kwestie van tijd. Het is voor Bouju alleen een hersenkraker hoe hij die luttele drie-honderdsten van een seconde van zijn eigen toptijd afsnoept.
"Het spookt de hele dag door mijn hoofd: wat moet ik doen om net dat kleine beetje sneller te worden? Het is heel moeilijk om daar níet aan te denken. Ik weet alleen echt niet waar ik het laat liggen."
Ik moet geloof hebben in God. En in mezelf, natuurlijk
Doorpakken
"Ik weet ook niet precies welke specifieke details van mijn race ik moet verbeteren. Misschien moet ik lopen onder de juiste omstandigheden, in de juiste omgeving. Ik hoop dat deze halve finale me dat kan brengen."
Slaagt hij zondag in het Nemzeti Atlétikai Központ in die opzet, dan is het een kwestie van doorpakken en uitbouwen. "Dan ben je in één klap verlost van die druk op je schouders en krijgt je zelfvertrouwen een enorme boost. Dat is als een nieuw begin van je carrière."
Aan de wijze lessen van Martina ligt het niet. Voor iedere race van importantie steekt hij Bouju een hart onder de riem. Steevast terugkerende boodschap: "Wees niet bang. Je bent veel beter dan die andere jongens in de banen naast je."
Geen angst
In Hongarije toonde Bouju op de vrijdagse schifting inderdaad geen angst. "Ik was niet zo nerveus als ik vreesde te zijn. Ik heb hier hard voor gewerkt voel me sterker dan ooit. Ik hield me voor dat ik niets te verliezen heb. Het helpt wanneer je een beetje geloof in jezelf hebt."
Bouju vindt het een voorrecht dat hij op nationaal sportcentrum Papendal dagelijks traint met Martina. "Ik weet nog goed dat ik hem heb zien lopen tijdens de Olympische Spelen van 2012 in Londen. Ik weet zelfs de tijden nog die hij daar liep. Die 9,91 dus en later in de finale 9,94. Eigenlijk is het best wel een beetje vreemd dat ik nu op zijn tijd jaag. In een oranje shirt, nog wel."
Bedford
Bouju werd geboren in Amsterdam, maar verhuisde op vierjarige leeftijd met zijn moeder naar het Engelse Bedford. Daar viel zijn sprinttalent al snel op.
"Toen ik een jaar of 16 was, bleek ik goed genoeg bleek om deel te nemen aan internationale wedstrijden. Het was altijd mijn plan om voor Groot-Brittannië uit te komen. Ik was alleen compleet vergeten dat ik een Nederlands paspoort had. Ik voelde me volkomen Brits. Niet zo vreemd natuurlijk na twaalf jaar in Engeland te hebben geleefd."
Naturalisatie
"Ik was in die jaren de nummer 1 van Groot-Brittannië in mijn leeftijdscategorie. Het belangrijkste probleem om uit te komen voor Team GB, was de factor tijd. Naturaliseren tot Brit zou zo lang duren, dat ik een paar maanden niet zou kunnen uitkomen in internationale wedstrijden. Toen ik de Atletiekunie me polste of ik wellicht voor Nederland kon uitkomen en ik een bevestigend antwoord kreeg, was het probleem opgelost."
2024 moet het jaar van Bouju's grote doorbraak worden. Een seizoen dat in teken staat van de Olympische Spelen in Parijs én van de aanval van het Nederlands record.
Zelfstandigheid
Het is een kwestie van gevrijwaard blijven van spierblessures, zoals hem in Groot-Brittannië te vaak overkwam. Bouju traint naar eigen zeggen in Nederland beter en verstandiger dan voorheen. Hij ervaart meer zelfstandigheid, bovendien.
"Ik heb tegenwoordig inspraak in de trainingsschema's die ik volg. De doelen die ik stel, de zaken waar ik me op focus, het gaat allemaal in overleg. Op Papendal lopen zoveel goede coaches rond dat ik de mogelijkheid heb om overal kennis vandaan te halen. Het programma wordt aangepast aan mijn behoeften. Ik zit niet langer gevangen in trainingsschema's en dat werkt bevrijdend."
En het slechten van die vermaledijde grens van tien seconden? Misschien, zo opperde Bouju, moet hij zich niet langer focussen op die tijd. "Het helpt niet wanneer je daar steeds aan denkt. Ik moet gewoon geloof hebben. In God. En in mezelf, natuurlijk. Als het mijn tijd is, dan komt die tijd "