NOS Sport

Wereldtop lonkt voor sprinter Bouju: 'Doel is onder de 10 seconden lopen, steeds weer'

Sprinter Bouju op jacht naar plek in de wereldtop

De opvolger van de bijna 39-jarige Churandy Martina staat klaar. Raphael Bouju moet de rol van de Nederlandse recordhouder op de sprint, die op vijf Olympische Spelen uitkwam, de komende jaren overnemen.

De 21-jarige Amsterdammer is na Martina (9,91) de snelste Nederlander op de 100 meter. Zondagavond mag hij zich in Stockholm voor het eerst in zijn nog prille loopbaan laten zien in de Diamond League.

Beloning

Zijn aanwezigheid in Zweden is de beloning voor zijn sterke optredens in het nog jonge buitenseizoen. Drie weken geleden liep Bouju in Genève naar 10,02 seconden. Begin juni bij de FBK Games in Hengelo kwam hij op 10,09 uit. Vorige week bij de Europese Spelen in Polen stond de klok stil na 10,14 seconden. De grens van 10,00 seconden lonkt nadrukkelijk voor de sprinter.

Sprinter Raphael Bouju in actie bij de Europese Spelen

Die 10 seconden is voor elke sprinter een magische grens, weet ook Bouju. "Kijk naar de internationale limiet voor de wereldkampioenschappen in Boedapest dit jaar: die ligt op 10 seconden. Wil je op WK's en Olympische Spelen de halve finales of de finale halen, moet je onder de 10 seconden kunnen lopen. Laat staan als je prijzen wil winnen."

Amper Nederlands

Bouju spreekt in het Engels. De Nederlandse taal is hij (nog) niet machtig, hoewel hij in Amsterdam werd geboren.

"Ik ben op mijn vierde met mijn moeder en oudste zus naar Engeland verhuisd. Van het Nederlands heb ik in die jonge jaren weinig opgepikt. Op mijn achttiende ben ik teruggekomen. Ik had een goede band met de Atletiekunie opgebouwd, omdat ik voor Nederland in competitieverband uitkwam", kijkt hij terug op zijn jaren overzee.

Nu hij weer in Nederland woont en traint, wordt zijn Nederlands wel beter. "Het voelt iets prettiger, maar mijn uitspraak is nog steeds niet goed. Het klinkt soms raar als ik Nederlands spreek, maar het is gelukkig niet meer zo slecht als het is geweest. Ik spreek het af en toe op een vrolijke manier met andere atleten", zegt hij lachend.

Sprinter Raphael Bouju

Bouju heeft een aparte manier van sprinten. Hij trekt zijn knieën hoog op en maakt later in de race een soort pendelbeweging naar voren. Hij zwaait als het ware zijn been naar voren, lijkt boos de grond te willen wegstampen. Zelf gebruikt hij de term 'bouncy', veerkrachtig. "Door mijn manier van lopen ben ik in staat de grond onder mijn heupen hard te raken", legt hij uit.

Powell als voorbeeld

Iemand die dezelfde techniek hanteerde is de vorig jaar gestopte Jamaicaan Asafa Powell, inmiddels 41 jaar maar een grote naam in de internationale atletiekwereld. Powell, ook wat gedrongen, had tussen 2005 en 2008 het wereldrecord op de 100 meter in handen. Daarna nam zijn landgenoot en wereldrecordhouder op de 100 en 200 meter Usain Bolt zijn rol als snelste sprinter over.

"Ik heb het niet gekopieerd, maar ik kijk graag naar zijn techniek. Ik haal er veel inspiratie uit. Powell is een van de beste voorbeelden van de techniek die ik ook gebruik", geeft Bouju aan.

Ruim een week geleden liep Bouju een tijd van 10,14 tijdens het EK voor landenteams in Polen.

Bouju komt slechts een honderdste tekort voor winst bij EK voor landenteams

"Het voordeel van kleinere sprinters is dat die een hoge beenfrequentie hebben. Ze hebben een snellere versnelling dan lange sprinters. Nadeel ten opzichte van langere sprinters is dat die, als ze omhoog zijn gekomen, een langere paslengte hebben. Bolt is daar een goed voorbeeld van."

Bouju is een liefhebber van de Jamaicaanse sprintwereld. "Naast Powell kijk ik graag naar sprinters als Bolt en Yohan Blake. Maar ook sprinters uit een verder verleden zijn heel interessant, zoals Carl Lewis en Jesse Owens. Dat waren verbazingwekkend goede sprinters, wonnen wereld- en olympische titels. Dat is iets wat ik ook ooit hoop te doen", kijkt Bouju naar de toekomst.

Toptijd komt eraan

Om dat doel te bereiken zal Bouju onder de 10 seconden moeten duiken. "Ik weet dat ik het kan, iedereen om me heen weet dat ik het kan. Ik weet niet wanneer het gaat gebeuren, maar ik voel dat het gaat lukken. Ik zit al heel dicht in de buurt. Als je een van de beste sprinters ter wereld wilt zijn, en dat is mijn doel, moet je onder die grens lopen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl