Adelaar van Toledo vliegt niet meer: 'Nooit heerste een koning zo lang over rotsmassieven'
'Uw rijk is op de Pyreneeën ten onder gegaan, maar troost u met de gedachte dat het een groot rijk was. Nooit eerder heeft een koning zo lang over de rotsmassieven geheerst. Hard bent u van uw troon gevallen, ik voel het met u, maar eervol was uw afscheid toch. U bent op het veld van eer gesneuveld'.
Met die woorden schreef Jacques Goddet, de grand patron van de Tour de France, in 1965 over Federico Bahamontes. De Adelaar van Toledo, een bijnaam die ook uit de pen van Goddet vloeide overigens, was woedend.
Bahamontes was de beste klimmer van zijn generatie. De Spanjaard had in de negende etappe van de Tour de France aan de voet van de Tourmalet een gevoelige tik gekregen. In een bergrit door de Pyreneeën, het terrein waarop hij jarenlang onverslaanbaar was geweest, kwam hij nog net binnen de tijdslimiet binnen. Als laatste.
Maar gesneuveld? Dat nooit!
De volgende ochtend ging Bahamontes ouderwets in de aanval op de Portet d'Aspet. Dansend stond hij op de trappers. Handen op het stuur, rug recht, blik op oneindig, zoals altijd. Na een paar kilometer was het voorbij. Bahamontes kon niet meer en stapte af. Voorgoed.
Federico Bahamontes werd op 9 juli 1928 geboren als Federico Martín Bahamontes, maar gebruikte tijdens z'n carrière alleen de achternaam van z'n moeder. Pas toen hij 20 jaar was, stapte hij voor de eerste maal op een racefiets. Nadat hij al twee keer het bergklassement op zijn naam had geschreven, werd hij in 1959 de eerste Spaanse winnaar van de Ronde van Frankrijk. Het verhaal gaat dat hij profiteerde van het gekonkel tussen de Franse rivalen Jacques Anquetil en Henry Anglade, die allebei liever verloren dan de ander te zien zegevieren.
Zelf gooide Bahamontes het op een vermanende preek die hij eerder dat jaar ontving van Fausto Coppi. De strekking: dat je de beste klimmer bent, weten we nu wel. Kap daarmee en ga voor de gele trui!
Tussen 1954 en 1964 was Bahamontes zes keer bergkoning in de Ronde van Frankrijk, één keer in de Ronde van Italië en twee keer in de eigen Ronde van Spanje. In de Tour kon de Belg Lucien van Impe hem als enige evenaren en won alleen de Fransman Richard Virenque vaker het bergklassement, namelijk zeven maal. Het liet onverlet dat Bahamontes in de 100e editie van de Tour de France werd uitgeroepen tot beste klimmer uit de geschiedenis van de Tour.
IJsjes en andere mythes
Zijn suprematie in het hooggebergte was voer voor vele mythische verhalen. Zoals die keer tijdens zijn Tourdebuut in 1954 dat hij op de top van de Galibier minuten voorsprong had en rustig een ijsje ging eten in afwachting van de eerste achtervolgers.
Later bleek het in werkelijkheid niet om de Galibier te gaan, maar om de bescheiden Col de Romeyère (1.049 meter). En het was geen suprematie, maar twee gebroken spaken die hem dwongen te wachten.
Hoe dan ook, het voorval had een groot voordeel: zo hoefde hij niet in zijn eentje te dalen. Zo goed als de Adelaar bergop was, zo slecht was hij namelijk zodra het bergaf ging.
Na de Tour van 1965 hing Bahamontes zijn fiets aan de wilgen. Met 74 overwinningen op zijn palmares keerde Bahamontes terug naar Toledo, waar hij aan de Plaza de la Magdalena dedicada Federico Bahamontes een fietsenwinkel opende. Tot hij werd weggeconcurreerd door supermarkten, die goedkopere racefietsen aanboden.
Bijna zestig jaar na zijn laatste trappen in de Tour is Federico Bahamontes voor de tweede keer gesneuveld. De Adelaar van Toledo vliegt niet meer.