Gemeenten komend seizoen strenger voor betaaldvoetbalclubs
Hugo van der Parre
Research-redacteur
Om de veiligheid in de voetbalstadions te vergroten, trekken de gemeenten met een betaaldvoetbalclub de teugels aan. Steeds meer gemeenten voeren een vergunningsplicht in voor hun profclubs: zij hebben voortaan een vergunning nodig om wedstrijden te mogen spelen. Komend weekeinde begint het nieuwe voetbalseizoen.
Uit een rondvraag van de NOS onder 31 gemeenten blijkt dat minstens 21 van hen voortaan een vergunning vereisen, vijf meer dan vorig jaar. Drie gemeenten, Breda, Leeuwarden en Almere, willen dat volgend jaar invoeren. Vijf houden het voorlopig bij een meldingsplicht onder een APV (Algemene Plaatselijke Verordening).
Bijna alle gemeenten geven aan dat ze gelet op het supportersgeweld in de afgelopen seizoenen de voorwaarden aanscherpen of op zijn minst tegen het licht houden. In Maastricht bijvoorbeeld volstond altijd een kennisgeving vanuit de club, maar "vanaf komend seizoen verbinden wij wel voorschriften aan het organiseren van wedstrijden". Groningen verwerkt de aanbevelingen van een recent onderzoek naar de rellen van afgelopen seizoen in de nieuwe voorwaarden.
Aansteker
Aanleiding is het grote aantal geweldsincidenten in de stadions na de coronaperiode. Van vuurwerk op de tribunes en het veld en het gooien van voorwerpen en bekers bier, tot veldbestorming, brandstichting, vernieling en het belagen van spelers en scheidsrechters aan toe. In de afgelopen twee seizoenen heeft de KNVB 167 keer een sanctie opgelegd aan een club omdat er op de tribune sprake was van supportersgeweld.
Dieptepunt was Feyenoord-Ajax op 5 april toen Davy Klaassen (Ajax) werd geraakt door een aansteker die hem een bloedende hoofdwond en duizeligheid bezorgde. De KNVB voerde strenge maatregelen in waardoor wedstrijden bij dergelijke incidenten stilgelegd en gestaakt konden worden.
Door burgemeesters opgesteld
Het advies om betaaldvoetbalwedstrijden alleen toe te staan als voldaan is aan vergunningsvoorwaarden, komt uit het handelingskader voor het aanpakken van ongeregeldheden rondom het betaald voetbal. Dat is begin dit jaar door de burgemeesters zelf opgesteld. Ook demissionair minister van Justitie Dilan Yesilgöz dringt er bij de gemeenten op aan een vergunningsstelsel in te voeren.
De burgemeesters denken dat met een vergunningsstelsel de clubs beter gehouden kunnen worden aan de voorwaarden voor gastvrij, veilig en toegankelijk voetbal. Onder die voorwaarden vallen bijvoorbeeld afspraken over kaartverkoop, vervoer, alcoholverkoop, georganiseerd vuurwerk, inzet van stewards en beveiligers, scheiding van supportersgroepen en het hebben van een veiligheids- en calamiteitenplan.
Als niet voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden kan een sanctie worden opgelegd met als uiterste middel het intrekken van de vergunning om wedstrijden te mogen organiseren. Uit onze rondgang blijkt dat veel gemeenten komend seizoen het handelingskader volgen.
'Een wedstrijd is een evenement'
"Iedereen die een evenement in de stad organiseert moet daarvoor een vergunning hebben. Een voetbalwedstrijd moet je ook zien als een evenement, zelfs als dat elke veertien dagen plaatsvindt. Daarom is het helemaal niet gek om dat vergunningsplichtig te maken", zegt Paul Depla, burgemeester van Breda en lid van de Regiegroep Voetbal en Veiligheid.
Depla gaat ervan uit dat alle gemeenten strikter dan voorheen toezicht houden op het betaald voetbal. Het handelingskader geeft ze ook een steun in de rug. "Nu ligt er een duidelijke richtlijn wanneer en hoe je kunt ingrijpen en is het niet meer een persoonlijke afweging", aldus Depla.
Amsterdam, Tilburg, Sittard-Geleen, Deventer en Maastricht zijn de enige voetbalgemeenten die (nog) niet overgaan op een vergunningstelsel. Zij menen dat ze voldoende uit de voeten kunnen met de APV in hun gemeente. Amsterdam zegt ook alle vertrouwen te hebben in de professionele veiligheidsorganisatie bij Ajax en de Johan Cruyff Arena.