Bij grote werkgevers is betaald verlof voor gendertransitie steeds gebruikelijker
Verlof van de baas om in alle rust van geslacht te veranderen. Van de vijf grootste werkgevers in Nederland bieden er inmiddels drie een gendertransitieverlof aan. Deze week maakte 's Nederlands grootste particuliere werkgever, Ahold Delhaize (130.000 werknemers), bekend buiten hun cao om tot 33 weken verlof te geven voor een gendertransitie, met behoud van salaris.
"Het nieuwe beleid bevat ook praktische tips voor collega's en managers om de juiste ondersteuning te kunnen bieden", aldus Ahold Delhaize. "We willen ons inzetten voor een diverse en inclusieve maatschappij. Dat start bij bewustwording en beleid bij en voor eigen medewerkers."
Grote werkgevers trekken vaker de kar als het gaat om het moderniseren van arbeidsvoorwaarden. De vraag is of kleinere werkgevers volgen en of het landelijk beleid wordt.
Transgender Netwerk is heel blij met de ontwikkeling. Voorzitter Remke Verdegem: "Een aantal grote bedrijven geven hiermee het goede voorbeeld. Het stelt mensen in staat in alle rust te herstellen en ze worden financieel gecompenseerd, en werkgevers zijn hierdoor minder geneigd om te discrimineren bij sollicitatieprocessen."
Verlof staat dus niet altijd in de cao, soms ook in het personeelsreglement, zoals bij Ahold Delhaize. "Dat laatste kan worden teruggedraaid, een cao niet. Daarom heeft het onze voorkeur om het in de cao op te nemen", zegt Peter Mekers van Netwerk Regenboog FNV.
Volgens Transgender Info zijn er in Nederland, afhankelijk van welke definitie je gebruikt, tussen de 90.000 en 390.000 transgender personen. "Dat is afhankelijk van of er alleen gekeken wordt naar mensen die een sociale (en medische) transitie doormaken of breder naar mensen die afwijken van genderidentiteit en -expressie van het geboortegeslacht."
Floris heeft inmiddels gebruik gemaakt van transitieverlof:
Een onderzoek dat onderzoeksbureau SEOR van de Erasmus Universiteit twee jaar terug uitvoerde in opdracht van het ministerie van Onderwijs, toonde aan dat de positie van trans personen op de arbeidsmarkt kwetsbaar is. Transgender personen ervaren vaker negatieve reacties, zoals stigma's, discriminatie en vooroordelen, en stuiten vaak op onbegrip bij werkgevers en collega's over de transitie.
"Naast fysieke stress van de transitie, is mentale stress een van de grootste knelpunten die transpersonen ervaren. Het kan zo ver komen dat mensen op een bepaald moment heel ver verwijderd zijn van de arbeidsmarkt en de motivatie verliezen", schreven de onderzoekers.
Onderzoek van het Sociaal en Cultuur Planbureau (SCP) uit 2017 toont aan dat transpersonen vaker in de laagste inkomenscategorie zitten, vaker schulden en een kleiner vermogen hebben. 35 procent van transgender personen is in loondienst, tegenover 55 procent van de beroepsbevolking. Het SCP spreekt van een kans op een vicieuze cirkel van lange periodes van werkloosheid en onvoldoende ondersteuning.
Toch geen geld vanuit kabinet
Het Transgender Netwerk pleit daarom voor een landelijke regeling. Verdegem: "Het midden- en kleinbedrijf kan dit financieel moeilijk dragen. Stel er wil iemand beroep doen op een regeling bij een bakker waar vijf mensen werken, dat kost veel tijd en geld. Grote bedrijven kunnen dat beter dragen."
In het coalitieakkoord van het inmiddels demissionaire kabinet stond dat het Regenboogakkoord zou worden uitgevoerd. Daarin stond dat er een wettelijk transitieverlof voor transgender personen zou komen, qua vorm vergelijkbaar met het zwangerschapsverlof - dan wordt loon door het UWV betaald.
Maar afgelopen juni zei minister Dijkgraaf dat het kabinet dit jaar geen geld heeft kunnen vrijmaken voor transitieverlof. Volgend jaar zou het kabinet weer kijken of er geld voor is, maar inmiddels is het kabinet dus demissionair.
"Dit vinden wij heel teleurstellend", zegt Verdegem. "Er zijn toezeggingen gedaan, en nu zijn er ineens geen middelen voor. Willen we de arbeidspositie van transgenders verbeteren, dan is transitieverlof belangrijk."