Een dokter in een vluchtelingenkamp het zuiden van Sudan
NOS Nieuws

Oorlog in Sudan woedt door: 'We begraven de doden in onze tuinen'

  • Eva de Vries

    redacteur Buitenland

  • Eva de Vries

    redacteur Buitenland

Al ruim honderd dagen lang wordt er in Sudan gevochten tussen het regeringsleger en de paramilitaire Rapid Support Forces (RSF). Vooral in en rond de hoofdstad Khartoem en in de regio Darfur is het raak. Terwijl de internationale aandacht verder wegebt, blijven de bommen vallen.

"We leven in continue angst", vertelt Almogera Abdalbagi vanuit Khartoem aan de NOS. "Er klinken schoten en raketten slaan in, mensen worden ontvoerd uit hun huizen en er is nauwelijks eten."

Toen de gevechten in april begonnen, dacht Abdalbagi dat het maar een dag of drie zou duren. Hij en zijn familie besloten te blijven, maar in de maanden erna werden de vooruitzichten alleen maar slechter. "Weggaan is nu nóg moeilijker", zegt hij. Hij wijst op de frontlinie die dwars door de stad loopt, talloze militaire checkpoints en onbetaalbaar vervoer.

Beslissing

Abubakar Moaz, een kunstenaar uit Khartoem, is inmiddels vertrokken, maar stelde die beslissing zo lang mogelijk uit. "Mijn leven is daar, mijn vrienden en familie zijn daar, het liefst wilde ik blijven." Tijdens de gevechten trokken er zo'n dertig familieleden bij hem in, omdat zijn huis op een relatief veilige plek staat. Maar al die mensen moesten eten. Voedsel was er nauwelijks en er kwam geen geld binnen omdat er door bijna niemand gewerkt kan worden. "Het ging niet langer, ik moest iets doen", zegt hij.

En zo vertrok hij alsnog, als één van de 3,5 miljoen andere vluchtelingen. Na een moeilijke reis van drie weken kwam hij vorige week aan in de Keniaanse hoofdstad Nairobi. Hij kent er wat mensen en hoopt er zijn kunst te kunnen verkopen. Het geld dat hij daarmee verdient, kan hij naar zijn familie sturen.

"Ik ben blij dat ik veilig ben, maar ik kan alleen maar aan thuis denken, aan mijn ouders en broers en zussen. Ze zitten daar vast, omsingeld door gewapende troepen", zegt Moaz.

Hij vertelt over vrouwen en meisjes die zomaar worden meegenomen. Het seksueel geweld neemt toe. "Ik heb dingen gezien waarover ik nooit meer wil praten. Iedereen heeft geliefden verloren. We begraven de doden in onze tuinen."

Rookpluimen boven een wijk in Khartoem, in de stad wordt nog altijd hevig gevochten.

Hulporganisatie Artsen zonder Grenzen schetst een vergelijkbaar beeld, van een land in chaos. Medewerkers reizen het hele land door om zoveel mogelijk mensen te helpen. Van de verzorging van schotwonden tot bevallingen. "We doen wat we kunnen, maar het is heel moeilijk. We werken onder hoge druk en zijn uitgeput, de medische voorraden raken op en op sommige plekken wordt constant gevochten", zegt noodhulpcoördinator Ed Taylor vanuit Port Sudan. Onlangs nog werd een team van de hulporganisatie geslagen en bedreigd.

Volgens de VN hebben hulporganisaties meer geld nodig om hun werk te kunnen doen, maar Taylor zegt dat er ook andere grote obstakels zijn: "Voorraden komen nu maar op één plek het land in, maar de afstanden zijn gigantisch dus het duurt lang om spullen van A naar B te krijgen".

Hij zegt dat hulporganisaties tegen veel bureaucratische problemen aanlopen doordat overheidsinstellingen nu niet goed functioneren. "In Nairobi staat bijvoorbeeld al een tijdje een team klaar om te helpen, maar we krijgen de visa niet rond."

Het tekenblok van Abubakar Moaz.

Ondertussen tekent Moaz van zich af. Zijn materialen moest hij achterlaten in zijn studio, maar hij kon nog net een tekenblok, stiften en potloden in zijn tas stoppen. Daarmee maakt hij schetsen van zijn stad in oorlog; een gezin op de vlucht, brandende gebouwen, rollende tanks. "De wereld weet niet wat er in Sudan gebeurt, op deze manier kan ik het vastleggen, de realiteit laten zien."

In een diplomatieke oplossing voor het conflict gelooft hij niet meer. Hij denkt dat de twee generaals blijven vechten totdat er één verliest. "Zelfs als er ooit weer vrede is, dan heeft Sudan jaren en jaren nodig om te herstellen. Het Khartoem zoals we dat kennen, die levendige mooie stad, daar is niets meer van over."

Ondertussen denkt Abdalbagi er steeds vaker over om Khartoem tóch te verlaten. Hij voelt zich er opgesloten, de kans om weg te komen wordt met de dag kleiner. "Misschien kan ik mijn studie vervolgen in een buurland, of misschien zelfs asiel aanvragen in Europa", vertelt hij.

Maar diep in zijn hart wil hij niet weg en heeft hij nog steeds een beetje hoop: "Kijk naar de geschiedenis", zegt hij. "Veel landen zijn door ellende gegaan voordat het beter werd. Misschien geldt dat ook voor Sudan."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl