Vliegmaatschappijen in cassatie tegen kabinetsbesluit over krimp Schiphol
KLM en andere vliegmaatschappijen willen dat de Hoge Raad uitspraak doet over het kabinetsbesluit dat Schiphol moet krimpen naar 460.000 vluchten per jaar. Begin deze maand oordeelde het gerechtshof in Amsterdam in hoger beroep in het voordeel van de Staat.
"De uitspraak van het gerechtshof leidt tot onduidelijkheid en daarmee onzekerheid voor reizigers en de sector. Het is in strijd met nationale, Europese en internationale regelgeving", aldus KLM. "Het is onduidelijk wanneer, hoe en op welke manier het arrest zal worden uitgevoerd en wat het betekent voor het aantal vliegtuigbewegingen op Schiphol. Het is voor alle betrokken partijen belangrijk dat deze duidelijkheid er komt."
Overschreden geluidsnormen
Nu mogen er jaarlijks nog 500.000 vluchten landen en vertrekken op Schiphol. Het kabinet wilde dat terugbrengen naar 460.000 vluchten per jaar vanwege geluidshinder voor omwonenden. Geluidsnormen worden al jaren overschreden, maar dat werd jarenlang gedoogd. Vorig jaar zei het kabinet te willen stoppen met gedogen. En als de bestaande geluidsnormen worden gehandhaafd, blijft er nog maar ruimte over voor 440.000 vluchten per jaar. Het kabinet wil met de krimp naar 460.000 een eerste stap zetten.
De vliegmaatschappijen startten een kort geding om de vermindering tegen te houden. De eerste rechter gaf hen gelijk. Volgens Europese regels zijn er procedures die doorlopen moeten worden wanneer een luchthaven krimpt. Inspraak van verschillende partijen, bijvoorbeeld. Die procedures waren niet gevolgd dus mocht de krimp niet doorgaan, oordeelde de rechter.
Illegale situatie
Minister Harbers van Infrastructuur ging in hoger beroep tegen die uitspraak en kreeg van het gerechtshof gelijk: die zei dat die procedure in dit geval niet doorlopen hoeft te worden omdat er vanwege de overschrijding van de geluidsnormen de afgelopen jaren in feite sprake was van een illegale situatie.
Nu gaan de vliegmaatschappijen dus in cassatie tegen die uitspraak. Dat betekent dat de hoogste rechter van het land, de Hoge Raad, zich erover moet uitspreken. Wanneer de zaak bij de Hoge Raad komt is nog onduidelijk. Het kabinet wilde het krimpplan op z'n vroegst na maart volgend jaar uitvoeren.