Partido Popular wint fors in Spanje, maar geen meerderheid rechtse partijen
De Spaanse parlementsverkiezingen zijn gewonnen door de Partido Popular. De partij behaalde 136 zetels. Dat is minder dan de prognose van 145 tot 150 zetels, maar wel een winst van 47 zetels. De partij van Alberto Nuñes Feijóo heeft nu 89 zetels in het parlement.
De PSOE van de zittende sociaal-democratische premier Sánchez komt op 122 zetels, een winst van twee. De opkomst was met 70,4 procent hoger dan in 2019. Toen kwam ongeveer 65 procent van de kiezers opdagen.
De rechts-radicale partij Vox, waarmee de PP een coalitie zou willen vormen, verliest 19 zetels en komt op 33. Met deze uitslag hebben de twee rechtse partijen samen niet genoeg zetels om een coalitie te vormen. Daarvoor zijn 176 zetels nodig, ze komen op 169.
Feijóo wil alsnog regering vormen
Feijóo verscheen na middernacht op het balkon van het hoofdkwartier van zijn partij in Madrid. Hij sprak van "een resultaat dat anderhalf jaar geleden onmogelijk leek". Hij stelde de verantwoordelijkheid te willen nemen om in gesprek te gaan met partijen over het vormen van een regering. Dat wordt met deze uitslag echter zeer lastig voor hem.
De winst van de PP komt van de kleine rechtse partijen, die verliezen zetels en een partij is opgeheven.
Na middernacht verscheen Feijóo op het podium in Madrid om zijn aanhang toe te spreken:
De sociaal-democratische premier Sánchez vierde het resultaat als een overwinning. "Het naar het verleden kijkende blok dat een totale terugdraaiing voorstelde van de vooruitgang die wij in de laatste vier jaar hebben gemaakt, heeft gefaald", stelde hij.
Mogelijk kan hij doorregeren met deze uitslag. Zijn partij heeft meer bondgenoten in het parlement dan de rechtse partijen. Hij is dan wel afhankelijk van de Catalaanse partij Junts, die hier stevig over wil onderhandelen. "We zullen Pedro Sánchez niet tot president maken in ruil voor niets", zei Junts-lijsttrekker Míriam Nogueras.
Als het niet lukt om een coalitieregering te vormen, komen er in het najaar nieuwe verkiezingen.
Sánchez had vervroegde verkiezingen uitgeschreven na een nederlaag van zijn PSOE bij de regionale en lokale verkiezingen in mei. Eigenlijk zouden de Spanjaarden pas in november naar de stembus gaan.
Als er een rechtse meerderheid was ontstaan, dan was Vox voor het eerst in de regering gekomen. De partij heeft duidelijke anti-migratiestandpunten, is tegen het huidige klimaatbeleid, en tegen de feministische beweging en de lhbti-gemeenschap.
Vox kwam in het verleden in opspraak doordat sommige politici openlijk hun sympathie toonden voor het dictatoriale regime van fascistenleider Franco.
De Partido Popular accepteert basisrechten als abortus en het homohuwelijk wel.