Plan om locaties kinderhartchirurgie te sluiten mag doorgaan
Het plan van demissionair zorgminister Kuipers om de kinderhartchirurgie te centraliseren mag doorgaan, meldt de rechtbank in Utrecht. De universitaire medische centra van Utrecht en Leiden hadden bezwaar gemaakt tegen dit plan.
De rechter heeft besloten dat het besluit van Kuipers momenteel nog geen "onomkeerbare gevolgen" heeft en er daarom geen reden is om op pauzeknop te drukken.
De rechtbank oordeelde in een voorlopige voorziening alleen of de plannen voor centralisatie gepauzeerd moeten worden. De zaak zal aan het einde van dit jaar inhoudelijk behandeld worden. Dan oordeelt de rechter definitief of het besluit van Kuipers rechtmatig is. Vervolgens kunnen de partijen nog in beroep gaan.
'Onzorgvuldig besluit'
Het ziekenhuis in Leiden, het LUMC, noemt de uitspraak van de rechter "onbevredigend". "Veel van onze patiënten voelen zich sterk verbonden met het LUMC", zegt kindercardioloog Nico Blom van het ziekenhuis. "Het concentratiebesluit zorgt voor veel onrust." Het ziekenhuis vindt het besluit van Kuipers onzorgvuldig en onrechtmatig.
Kuipers is blij met de uitspraak, "omdat het transitieproces nu kan blijven doorgaan en er geen kostbare tijd wordt verloren". De demissionair minister zegt dat het voor alle betrokkenen van "groot belang" is dat er zo snel mogelijk stappen worden gezet in concentratie van de zorg.
Teleurstelling bij ziekenhuizen
Momenteel vinden de operaties aan aangeboren hartafwijkingen bij kinderen bij vier kinderhartcentra plaats, verbonden aan vijf universitaire ziekenhuizen. Kinderen kunnen terecht bij centra in Rotterdam, Utrecht, Leiden en Groningen.
Kuipers besloot dat de operaties vanaf oktober 2025 alleen nog mogen plaatsvinden in Rotterdam en Groningen, omdat de kwaliteit verbetert als artsen meer ervaring opdoen met specialistische ingrepen.
De discussie hierover loopt al jaren. Het idee achter de concentratie is dat de kwaliteit van de gespecialiseerde zorg behouden blijft. Er zijn in de toekomst niet genoeg patiënten voor de huidige centra, waardoor artsen niet voldoende operaties kunnen uitvoeren om hun expertise op peil te houden.
Bij de ziekenhuizen was grote teleurstelling over het besluit van de minister. Jaarlijks worden zo'n 1500 kinderen geboren met een hartafwijking, die daar een specialistische operatie voor nodig hebben.