Een aantal EU-landen wordt hard getroffen door natuurbranden. Verspreid over Zwitserland, Griekenland en Spanje zijn de afgelopen dagen vele duizenden mensen geëvacueerd. Vooral in Zuid-Europa zijn er grote zorgen over het extreem droge en hete weer. Toch zijn er over de hele EU gezien momenteel niet uitzonderlijk veel bosbranden voor deze tijd van het jaar.
Volgens het European Forest Fire Information System (EFFIS) is dit jaar tot nu toe zo'n 100.000 hectare aan oppervlakte verwoest door natuurbranden. Dat is volgens het EU-onderzoeksinstituut gemiddeld voor deze tijd van het jaar. En een enorm verschil met de ruim 830.000 hectare die in heel 2022 in de EU in vlammen opging.
De EFFIS-cijfers geven geen exact beeld, verduidelijkt Brian Verhoeven van het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV). "Maar ze geven wel een indicatie: we hebben momenteel nog geen extreem jaar als je naar heel Europa kijkt", zegt de meteoroloog die gespecialiseerd is in bosbranden.
Hoe groot de impact is van een natuurbrand op mens en dier valt niet direct op te maken uit de oppervlakte die is zwartgeblakerd. Daarnaast zijn er grote onderlinge verschillen tussen de lidstaten. Zo is in Frankrijk, Spanje en Duitsland in 2023 wel al veel meer bos verbrand dan gemiddeld. Vooral in het voorjaar was de brandweer daar erg druk met het bestrijden van natuurbranden.
Bekijk hier hoe de brandweer in Griekenland en Zwitserland de bosbranden probeert de doven:
"Dit jaar is wel een bijzonder jaar", zegt landelijk coördinator natuurbrandbeheersing Jelmer Dam, die verbonden is aan zowel Brandweer Nederland als het NIPV. Hij ziet het risico op natuurbranden meebewegen met de hoeveelheid neerslag die er valt. "Hier hadden we een heel nat voorjaar en vervolgens zes weken geen neerslag. In Spanje was het voorjaar juist heel droog. Je ziet de extremen toenemen."
Hoewel het aantal natuurbranden en de intensiteit ervan sterk fluctueren, is er één constante: het is per saldo een groeiend probleem. Met name Zuid-Europese landen kampen vaker met grote bosbranden vanwege het veranderende klimaat, meldt het KNMI. Dat komt door een combinatie van warmer weer en langere periodes van droogte.
"Als je bijvoorbeeld kijkt naar de Pyreneeën: daar is een jarenlange droogte opgebouwd", zegt meteoroloog Verhoeven. Een natte periode kan daar wel wat verlichting bieden, maar snel daarna is het landschap weer vatbaar voor vuur.
"Nederland heeft het voordeel dat het grondwaterpeil relatief goed is aangevuld", vervolgt Verhoeven. Voorafgaand aan de recorddroogte in mei en juni - nooit eerder viel er in De Bilt zo lang geen neerslag - was het juist extreem nat in de winter en het begin van de lente. Mede daardoor is dit natuurbrandseizoen volgens Verhoeven nog niet extreem geweest.
'Brand in Zwitserland is opvallend'
Maar ook als een regio niet is aangemerkt als natuurbrandrisicogebied kan het misgaan. Zwitserland is bijvoorbeeld groen aangemerkt op de bovenstaande kaart, maar er woedt sinds gistermiddag een grote brand. "Dat is opvallend, omdat de Alpenregio over het algemeen minder bosbrandgevoelig is", zegt Verhoeven. Het laat volgens hem zien hoe onvoorspelbaar het probleem is.
Begin dit jaar luidden wetenschappers in Nederland de noodklok over het groeiende gevaar van natuurbranden. Binnen Europa zijn de ogen de komende dagen gericht op de zuidelijke landen.
In appgroepen met internationale collega's is het volgens landelijk coördinator natuurbrandbeheersing Dam nu relatief rustig. "Er wordt vooral gesproken over de brand op La Palma, maar iedereen maakt zich zorgen over de komende periode met temperaturen boven de 40 graden. Wat gaat dat doen? Natuurbranden kunnen binnen de kortste keren onbeheersbaar worden en dan kun je alleen nog maar evacueren."