"Ik ben er even stil van. Dit is volgens mij de beste tijdrit ooit gereden in het wielrennen. Bergop en bergaf... Echt weergaloos."
Het zijn de woorden van Tom Dumoulin, die in 2017 wereldkampioen tijdrijden werd. Hij zag met eigen ogen het staaltje machtsvertoon van Jonas Vingegaard in de zeventiende etappe van de Tour de France. De Deense geletruidrager was veruit de beste en reed maar liefst 1 minuut en 38 seconden sneller dan Tadej Pogacar.
"Dat had niemand gedacht. Ik niet, Vingegaard niet en Pogacar niet", zegt de NOS-analist vlak na de finish in Combloux. "De Tour lijkt beslist te zijn zo."
Voorafgaand aan de tijdrit was het verschil in algemeen klassement tien seconden. Zowel Vingegaard als Pogacar zijn gekende tijdrijders, vooraf een favoriet aanwijzen was lastig.
"Pogacar heeft geen slechte tijdrit gereden", vindt Dumoulin. "Ik heb wel vraagtekens bij z'n fietswissel, want dat kostte hem tijd." In tegenstelling tot de Deen, koos de Sloveen ervoor vlak voor de slotklim te wisselen van fiets. De tijdritfiets aan de kant en verder op een normale fiets. Hij kon zo meer kracht leveren tijdens zo'n zwaar eind, was de gedachte.
'Pogacar slaapt slecht van fietswissel'
"We hebben geklokt: het duurde twaalf seconden van stilstand totdat de mecanicien ophield met duwen. En het remmen vooraf kost ook tijd", somt Dumoulin op.
"Van die wissel gaat Pogacar slechter slapen, maar het heeft hem de winst niet gekost", denkt de NOS-analist. "Vingegaard reed weergaloos. Op z'n tijdritfiets laat hij niks liggen. Hij rijdt op de limiet, maar wel gecontroleerd. Heel solide."
De Tour lijkt beslist dus, maar: "Je weet het natuurlijk nooit. Vingegaard kan natuurlijk ook een inzinking krijgen, net als Pogacar had op de Col de Marie Blanque. Deze Tour durf ik niks meer te voorspellen, maar Vingegaard heeft een enorme dreun uitgedeeld", besluit Dumoulin.
Tom Dumoulin verkende dinsdagochtend het parcours van de zestiende etappe, de tijdrit:
