Sharyfah Bhageloe
Sharyfah Bhageloe
Woensdag verscheen het onderzoeksrapport Staat en Slavernij. Het biedt een eerste blik op de winsten die de Oranjes hebben overgehouden aan kolonialisme en slavenhandel: tussen 1675 en 1770 heeft de familie, omgerekend naar huidige valuta, zeker 545 miljoen euro verdiend.
Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Wat betekent deze 'koloniale profijt' van ruim een half miljard euro voor de nazaten van tot slaaf gemaakten en voor wetenschappers?
Voorop staat dat er nog veel onduidelijk is; dit rapport is nog maar een begin. Naar veel inkomstenstromen is nog meer onderzoek nodig, zoals van de West-Indische Compagnie, de Societeit van Suriname en andere compagnieën.
Kruimels
Antropoloog Mitchell Esajas van cultuurhistorisch archief The Black Archives zegt dat het bedrag van 545 miljoen euro hem niet verbaasde. "Het bevestigde wat in ieder geval veel mensen uit de Surinaamse en Caribische gemeenschap vermoedden. Nu heb je de cijfers om het vermoeden te staven."
Esajas kreeg eind april een koninklijke onderscheiding voor zijn inzet voor meer diversiteit en inclusie en de bestrijding van discriminatie en racisme. In reactie daarop stuurden andere gedecoreerden hun lintje terug.
Esajas vindt de excuses die premier Rutte in december heeft gemaakt belangrijk. "Maar wat betekent dit als er geen vorm van herstel aan wordt verbonden? Want zo'n bewustwordingsfonds van 200 miljoen euro is een belediging. Het zijn kruimels als je het vergelijkt met de winst en opbrengst die het de Staat heeft opgebracht", vindt de antropoloog. "Herstel is een proces van een breed pakket aan maatregelen en daar hangt uiteindelijk ook een prijskaartje aan. Maar het is geen eenmalige financiële transactie."
"We wisten al dat het koningshuis aan de slavernij had verdiend. Maar dat het bedrag zo hoog was dat wisten we nog niet", zegt Angelique Duijndam, voorzitter van het Keti Koti-festival, de slavernijherdenking, in Zeeland. Donderdag maakte Zeeland bekend dat het provinciebestuur tijdens Keti Koti op 1 juli excuses zal maken voor het slavernijverleden. Vanuit deze provincie vertrokken in de tweede helft van de 18e eeuw de meeste slavenschepen uit Nederland.
Duijndam is vooral benieuwd naar het onderzoek van historicus Gert Oostindie. "Dat onderzoek zal vollediger zijn, want dit bedrag zegt nog niks. Veel onderdelen zijn nog niet meegenomen." Ze vindt het belangrijk dat dit onderzoek wordt gedaan.
"Voor mij als nazaat van tot slaaf gemaakten is het erkenning van mijn verleden, maar het biedt ook meer mogelijkheden om verder te graven in mijn geschiedenis. Als ik mijn stamboom opzoek kan ik niet verder dan 1800 kijken." Duijndam hoopt op excuses van koning Willem-Alexander tijdens zijn toespraak in Amsterdam bij de officiële slavernijherdenking. "Op deze manier kijkt hij niet weg van het verhaal van zijn voorouders."
Maritiem historicus Gerhard de Kok promoveerde aan de Universiteit Leiden op een onderzoek naar de trans-Atlantische slavenhandel op het Zeeuwse Walcheren, het eiland waarop de steden Middelburg, Veere en Vlissingen liggen. Uit zijn onderzoek blijkt dat Middelburg en Vlissingen rond 1770 economisch flink op de slavenhandel leunden.
Meerdere perspectieven
Ook hij vond een connectie met de Oranjes. Toen de Zeeuwse slavenhandel rond 1750 slecht draaide, zette stadhouder Willem IV zich persoonlijk in om de situatie te verbeteren. "De stadhouder opende de onderhandelingen voor een soort staatssteun voor slavenhandelaren."
Terugkomend op Staat en Slavernij vindt De Kok het bedrag van 545 miljoen euro opmerkelijk. "Het is een interessant startpunt voor verder onderzoek, gebaseerd op archiefvondsten. Maar het is niet zo dat we nu precies weten hoe het zat. Zo is het moeilijk om de waarde van geld van honderden jaren terug om te rekenen naar euro's." De Kok vindt dan ook dat er meer onderzoek nodig is om te achterhalen in hoeverre de Oranjes geprofiteerd hebben van de koloniën.
Toch vindt hij dat de koloniale geschiedenis de laatste decennia terecht een actueel thema is geworden. "Omdat de geschiedschrijving lange tijd eenzijdig was. Het was vaak een verhaal van witte mannen die de wereld overgaan en economisch succes behaalden."
Hij vond de aandacht voor de schaduwkanten van die geschiedenis tot voor kort beperkt. "De Nederlandse samenleving is natuurlijk veranderd en diverser geworden. Er is daarom veel vraag naar geschiedschrijving vanuit meerdere perspectieven. Dat is heel logisch, want al die perspectieven horen bij het verhaal van het Nederlandse verleden."