Rijkswaterstaat: ontwerpfout gemaakt bij aanleg Prinses Margriettunnel
De problemen met de Prinses Margriettunnel in de A7 tussen Sneek en Joure zijn volgens Rijkswaterstaat veroorzaakt door een ontwerpfout.
Er is te weinig staal gebruikt en de kwaliteit van het materiaal was niet goed genoeg, luidt de conclusie na onderzoek. Daardoor is er roest ontstaan waardoor de verankering van de tunnelbodem met zogenoemde trekpalen op een aantal plekken kapot is gegaan.
"Met de kennis van nu en de materialen die nu gebruikt worden, kun je dat een ontwerpfout noemen ja", zegt woordvoerder Anne van der Meer van Rijkswaterstaat Noord-Nederland. "Daarbij moet wel in ogenschouw worden genomen dat in de jaren zeventig, toen deze tunnel gebouwd werd, de wereld er anders uitzag. Er was een stuk minder verkeer en er werd ander materiaal gebruikt."
Nieuwe fundering
Vandaag is Rijkswaterstaat begonnen met de aanleg van een nieuwe fundering van de tunnel in de A7. De werkzaamheden gaan een jaar duren. Aan beide kanten van de A7 blijft één rijstrook open.
De Prinses Margriettunnel werd in 1978 in gebruik genomen. Toch had een grootschalige opknapbeurt nog niet nodig moeten zijn, zegt Van der Meer. "Kunstwerken als deze moeten worden gebouwd om 100 jaar mee te kunnen, en niet ruim 40 jaar."
Vorig jaar december moest de tunnel onder het Prinses Margrietkanaal plotseling dicht, omdat een van de tunnelsegmenten omhoogkwam door de druk van het grondwater. Daardoor scheurde ook de rubberen afdichting van de segmenten.
In de nieuwe fundering komen nu 1500 trekpalen te staan. "Die zijn dikker en van een andere en kwalitatief betere staalsoort", zegt Van der Meer.
Hoogste prioriteit
Andere soortgelijke tunnels in Nederland die in dezelfde tijd zijn gebouwd, hebben een vergelijkbare constructie als die van de Prinses Margriettunnel. Onderzoek door TNO naar de staat van die tunnels loopt nog. "De resultaten van dat onderzoek worden in september verwacht", zegt Van der Meer.