'Schoolmeester' De la Fuente moet Spaans voetbal er weer bovenop helpen
Minder polemiek, meer succes. De opdracht waarmee de Spaanse voetbalbond Luis de la Fuente op 8 december 2022 aan het roer zette van het nationale elftal liet aan duidelijkheid niets te wensen over.
Na een half jaar blijkt La Roja voor de onervaren kapitein evenwel een galjoen dat zich ondanks een fikse koerswijziging nog altijd moeilijk laat sturen.
De la Fuente kreeg bij zijn aanstelling als seleccionador nacional absoluto zekerheid tot en met het Europees kampioenschap van 2024. Maar het vertrouwen in de Spaanse keuzeheer kwam in eigen land te voet en vertrok alras te paard.
De relatief onbekende De la Fuente (61) begon zijn Proyecto, een meerjarenplan om het Spaanse elftal toekomstbestendig te maken en na een decennium van droogte weer een prijs te bezorgen, uitermate voortvarend.
Exit Ramos
De la Fuente koos voor een opmerkelijke koers. Hij bedankte sterspeler Sergio Ramos, na 180 interlands, tegen diens zin in voor bewezen diensten. Espanyol-spits Joselu Mato, 32 jaar en 363 dagen oud, maakte tot verrassing van velen voor het eerst zijn opwachting in La Roja.
Op 25 maart van dit jaar werd de eerste poulewedstrijd voor Euro 2024 met 2-0 gewonnen van Noorwegen. Doelpuntenmaker: Joselu, die in twee minuten tijd even zovele malen het net vond.
Drie dagen. Langer duurde het niet alvorens het hoofd van De la Fuente alsnog richting hakblok ging. Sinds 1984 had Spanje niet verloren van Schotland. In het tweede kwalificatieduel in groep A ging het op Hampden Park in Glasgow evenwel kansloos met 2-0 onderuit.
De la Fuente had zijn ploeg in het tweede plaatsingsduel voor het EK van volgend jaar in Duitsland ten opzichte van de eerste wedstrijd op niet minder dan acht plaatsen gewijzigd. Alleen doelman Kepa Arrizabalaga en middenvelders Rodri en Mikel Merino konden op krediet rekenen.
De hand van De la Fuente bleek op Schotse bodem een ongelukkige. Het gewijzigde Spanje slaagde er niet in een vuist te maken en ging kansloos ten onder. Reden genoeg voor de Spaanse kranten om meteen maar de messen te slijpen.
'Spanje is met De la Fuente nog maar net onderweg en vliegt meteen uit de tweede bocht die het tegen komt ', oordeelde het Spaanse dagblad La Vanguardia. De gerenommeerde sportkrant Marca was stelliger: 'Deze nederlaag is geen ongelukkig toeval. De oplossing voor dit probleem is ver te zoeken'.
Zijn bescheiden curriculum vitae is er debet aan dat José Luis de la Fuente Castillo, zoals zijn volledige naam luidt, in eigen land niet hoeft te rekenen op bijster veel krediet.
Borstelsnor
Na het WK in Qatar volgde hij Luis Enrique op. Die kreeg na de nederlaag tegen Marokko zijn congé. Het was het duel waarin Spanje meer dan 1.000 geslaagde passes liet noteren, maar in 120 minuten slechts één schot op doel produceerde en er vervolgens na strafschoppen uit het mondiale titeltoernooi vloog.
De la Fuente's benoeming deed de Spaanse wenkbrauwen fronzen. Toen hij nog beschikte over een bos zwarte krullen en door het leven ging met zo'n typisch Zuid-Europese borstelsnor, was hij een bescheiden linksback die de kleuren van Athletic de Bilbao, Sevilla en Alavés droeg.
Na zijn loopbaan als voetballer werd hij in 1997 trainer van bescheiden clubs als Club Portugaleta en Aurrerá de Vitoria, alvorens als coach terug te keren naar Athletic de Bilbao en Alavés.
Succesvol werd hij pas als trainer in dienst van de Spaanse bond RFEF. Hij werd in 2015 en 2019 Europees kampioen met achtereenvolgens de nationale ploeg onder 19 en onder 21 jaar. Tijdens de uitgestelde Zomerspelen van 2021 in Tokio coachte hij Spanje naar olympisch zilver, na een nederlaag tegen Brazilië die pas in de extra tijd tot stand kwam.
Gevraagd of hij met zo'n betrekkelijk bescheiden achtergrond niet te licht was voor de functie van trainer van het nationale elftal, refereerde De la Fuente in december 2022 bij zijn aanstelling fijntjes naar de resultaten die hij als speler geboekt had.
Met Athletic Bilbao werd hij in de jaargangen '82-'83 en '83-'84 kampioen van LaLiga. In dat laatste seizoen hield hij ook triomfantelijk de Spaanse beker, de Copa del Rey, boven zijn hoofd. Vanwege die dubbel kreeg Athletic automatisch ook de Supercopa de España toegewezen.
Iedere wedstrijd kan mijn laatste zijn
"Ik ben vijftien jaar professioneel voetballer geweest", klonk het. "Ik heb als speler én coach prijzen gewonnen. Van de WK-ploeg van 2022 heb ik in het verleden bovendien zestien spelers onder mijn hoede gehad."
Eigenzinnigheid kan De la Fuente moeilijk worden ontzegd. De bebaarde oefenmeester is een type schoolmeester, een man die wordt geprezen om zijn didactische en verbale gaven. Iemand die zich niet de les laat lezen, bovendien. Ook niet door de alom aanwezige en immer kritische Spaanse media.
Hoezeer De la Fuente zijn eigen route kiest, bleek uit de opstellingen die hij tegen Noorwegen en Schotland het veld instuurde. Van Real Madrid werd alleen Dani Ceballos opgeroepen. Van Barcelona kreeg geen enkele speler een uitnodiging.
Ter vergelijking: tijdens de WK van 2010 in Zuid-Afrika maakte met Joan Capdevila van Villarreal slechts één speler deel uit van de uiteindelijke wereldkampioen die níet bij de Koninklijke of Barça onder contract stond.
De la Fuente weet dat hij bij een nederlaag in de finaleronde van de Nations League, die donderdag aanvangt met een wedstrijd tegen Italië, de storm vanuit het Iberisch Schiereiland zal aanwakkeren. Toch zei hij de Europees kampioen niet te vrezen.
"Ik ben een positief ingesteld mens", zei hij woensdag in Enschede. "We hebben het in ons om in Nederland onze eerste prijs in tien jaar tijd te pakken."
Hij rekende zich alleen niet rijk. Een voetbaltrainer, wist ook De la Fuente, is zo goed als zijn laatste resultaat. Zeker in Spanje. Ten overstaan van de Spaanse media kwam hij met een opmerkelijke ontboezeming.
"Geen mens weet wat er morgen gebeurt. Iedere wedstrijd die ik op de bank plaats neem, realiseer ik me dat het wel eens mijn laatste zou kunnen zijn."