De ruim tienduizend huishoudens die door toedoen van de overheid onder het bestaansminimum leven, moeten tot Prinsjesdag wachten op een oplossing. Minister Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) laat de Tweede Kamer vandaag weten dat ze verschillende opties onderzoekt, maar de zomer nog nodig heeft om tot een besluit te komen.
De gedupeerde gezinnen zijn stellen, meestal met kinderen, waarvan de één geen inkomen heeft en de ander een heel laag inkomen, zoals een beperkte arbeidsongeschiktheidsuitkering of een laag salaris. De gemeente vult het inkomen van de twee aan tot bijstandsniveau.
Maar door die aanvulling komen onbedoeld én onterecht toeslagen zoals zorg- of huurtoeslag te vervallen. Daardoor raken de gedupeerden in armoede en komen ze in veel gevallen in de schulden terecht. Omdat de ontvanger van de toeslagen geen zicht heeft op hoe regelingen werken, hebben zij vaak zelf niet door dat ze onterecht worden gekort.
Nieuwsuur sprak in maart met gedupeerde Gracilia Slijngard, die 5 euro per dag heeft om drie monden te voeden:
De problematiek speelt al sinds 2016 en is dusdanig complex dat rechters het aanmerkten als een van elf buikpijndossiers waarvoor een oplossing niet zomaar voor handen is. Voorgaande bewindspersonen schoven het dossier telkens voor zich uit, ondanks vragen van de ombudsman en vanuit de Kamer.
Nieuwsuur en NRC vestigden in maart de aandacht op dit probleem. In antwoord op onze vragen zei minister Schouten "hard op weg" te zijn naar een oplossing. Voor de zomer moest er "duidelijkheid" zijn over een nieuwe aanpak, beloofde ze. Nu onderstreept ze dat de oplossing er echt zal komen, zij het wat later.
Noodverband
In de tussentijd kunnen gemeenten de getroffen gezinnen helpen door hen vanuit de bijzondere bijstand aan te vullen tot het bestaansminimum. Zo'n redmiddel is onbelast, wat voorkomt dat het opnieuw zou leiden tot het korten van toeslagen.
Maarten Bockting, die als sociaal raadsman gedupeerden bijstaat in Dronten, ziet dat dit 'noodverband' voor lang niet iedereen een oplossing is. "Van de vijfduizend gezinnen die dit overkomt, vindt denk ik vierduizend niet de weg naar de gemeente." Sommige gemeenten gaan zelf op zoek naar deze huishoudens, anderen doen dat niet. Deze gedupeerden blijven dus nog ten minste tot september veroordeeld tot een bestaan onder de armoedegrens.
Dat maakt dat Bockting niet blij is dat de onzekerheid aanhoudt. "Dat is wrang, en des te wranger voor diegenen die net in de verkeerde gemeente wonen."