In Turkije zijn de stembureaus gesloten. Ruim 60 miljoen Turken mochten vandaag voor de tweede keer stemmen op een kandidaat voor het presidentschap. De verkiezingsstrijd gaat tussen zittend president Recep Tayyip Erdogan en zijn uitdager, oppositieleider Kemal Kilicdaroglu.
In de eerste ronde van de verkiezingen twee weken geleden haalde Erdogan net geen absolute meerderheid. De president kreeg 49,5 procent van de stemmen, de oppositie bleef hangen op 44,9 procent. Het is voor het eerst dat Erdogan niet in de eerste ronde won.
Kiezers wachten nu met spanning de uitslag af. De verkiezingsdag lijkt redelijk rustig te zijn verlopen, op een aantal incidenten na die door de oppositie werden gemeld. Erdogan roept mensen op om de stembussen in de gaten te houden "tot de uitslag definitief is". In Turkije is het gebruikelijk dat vrijwillige waarnemers het kiesproces in de gaten houden.
Na het sluiten van de stembureaus gold een mediaverbod, waarin Turkse media nog geen eerste uitslagen mochten melden, maar dat verbod werd na ruim een uur opgeheven. De eerste uitslagen worden dan ook spoedig verwacht.
Erdogan blijft populair
Ook Turken in het buitenland, waaronder Nederland, mochten opnieuw naar de stembus. Zij mochten tot woensdag hun stem uitbrengen. Onder hen is Erdogan favoriet: bij de eerste ronde stemde ruim twee op de drie kiezers in Nederland op de president.
Aanvankelijk was de verwachting dat de oppositie voor het eerst in jaren een grote kans maakte om Erdogan, die al twintig jaar aan de macht is, te verslaan. Bij de laatste peilingen voor de verkiezingen stond Kilicdaroglu 5 procentpunt voor.
Ondanks de grote problemen in het land, zoals de torenhoge inflatie en de verwoestende aardbeving van een paar maanden geleden, wist Erdogan zijn populariteit te behouden. Ook in het aardbevingsgebied in het zuiden van het land werd overwegend op de zittende president gestemd.