Bol in Oordegem al meteen razendsnel op 400 meter horden, maar het kan nog beter
Femke Bol heeft bij haar eerste race van het nieuwe buitenseizoen meteen haar visitekaartje afgegeven. In het Vlaamse Oordegem, waar ze tot ieders verrassing plots opdook op de deelnemerslijst, kwam ze op de 400 meter horden tot een voortreffelijke 53,12.
De hordespecialiste, die pas in augustus bij de WK in Boedapest wil pieken, hoopt progressie te boeken op haar favoriete nummer door de paslengte tussen de obstakels te verlengen. Dat lukte bij de IFAM-meeting in Vlaanderen al prima met tot aan de zevende horde slechts veertien passen in plaats van de 'gebruikelijke' vijftien.
Juist vanwege die nieuwe aanpak had Bol, die eigenlijk pas op 2 juni bij de Diamond League in Florence voor het eerst in de openlucht in actie zou komen, het 'tussendoortje' in Oordegem ingelast.
"Dat nieuwe pasritme is best wel wennen. Bij de Diamond League sta ik meteen in de spotlights. Iedereen kijkt en iedereen heeft verwachtingen. Dus het leek mij slim om het hier op mijn gemakkie uit te proberen. Gewoon een lekkere trainingswedstrijd."
Extra nerveus
De 23-jarige Amersfoortse, die twee dagen na Florence ook de FBK Games in Hengelo aandoet voor een 400 meter vlak, had ernaar uitgekeken. "Ik ben altijd wel excited, zeg maar, maar nu was ik ook nieuwsgierig: hoe gaat het zijn, hoe zal de switch ineens gaan? Ik had er heel veel zin, maar was daardoor ook wel extra nerveus."
Ze kon met tevredenheid terugkijken op de ouverture. "Ik wilde vooral veertien passen tot de zevende horde. Dat ging goed. Daarna werd het een beetje een zooitje. Dat dan evengoed deze tijd er nog uitkomt, laat wel zien dat die veertien passen goed werkt. Ik had nog heel veel over op het einde. Dus ik ben heel blij."
Bol veroverde bij de WK van vorig jaar in Eugene in 52,27 zilver achter de ongenaakbare Amerikaanse Sydney McLaughlin, die het wereldrecord op 50,58 bracht. Dalilah Muhammad eindigde daar als derde in 53,13.
Het Nederlandse (en Europese) record van Bol staat op 52,03. Die tijd liep ze twee jaar geleden in de olympische finale in Tokio.
WK-limiet Peeters en Smidt
Op ruime afstand van Bol werd Cathelijn Peeters derde op de 400 meter horden, maar zij liep met 55,44 wel een PR én voldeed aan de WK-limiet (55,57). Peeters veroverde in maart met Bol, Lieke Klaver en Eveline Saalberg goud op de 4x400 meter op de EK indoor in Istanbul.
Ook Nick Smidt liep in België op de 400 meter horden met 48,70 ruim onder de WK-limiet (49,19).
Op de 200 meter was Tasa Jiya verrassend de beste in een veld met veel sterke Nederlandse vrouwen. Jiya won in een tijd van 22,95 (persoonlijk record) en was daarmee een fractie sneller dan Lieke Klaver in de andere serie (22,97).
De 25-jarige Jiya deed een tijdje niet aan topatletiek vanwege de geboorte van haar eerste kind, maar verhuisde afgelopen november naar sportcentrum Papendal om haar sportieve ambities kracht bij te zetten. "Daar heb ik echt slecht van geslapen, want hoe ga je dat nu doen met een gezin. Maar ik ben ontzettend geholpen door thuis en langzaam maar zeker beginnen de puzzelstukjes te vallen."
Zoe Sedney (23,27) werd vijfde, Nadine Visser dertiende (23,55) en Jamile Samuel twintigste (23,91).