Topambtenaren in toeslagenaffaire niet vervolgd
Drie topambtenaren tegen wie aangifte was gedaan van meineed tijdens de verhoren door de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) worden niet vervolgd. Ze zouden hebben gelogen over hun kennis over een memo uit 2017. Maar volgens het Openbaar Ministerie hebben de drie daarover "niet opzettelijk onjuist verklaard".
Het gaat om de voormalig directeur-generaal van de Belastingdienst, de voormalig directeur Toeslagen van de Belastingdienst en de voormalig secretaris-generaal van het ministerie van Financiën. In juni 2021 stelde de rijksrecherche een onderzoek in na aangifte van meineed door een groep gedupeerde ouders.
Centraal in het onderzoek naar meineed stond het zogeheten memo-Palmen. In dat advies concludeerde de destijds hoogste jurist bij de afdeling Toeslagen van de Belastingdienst, Sandra Palmen-Schlangen, al ver voordat de toeslagenaffaire naar buiten kwam dat de Belastingdienst "laakbaar" had gehandeld. Ze adviseerde dat ouders gecompenseerd moesten worden voor het handelen van de Belastingdienst. Het advies werd genegeerd en verdween in een la.
'Nadere uitleg'
Voor de parlementaire ondervragingscommissie zei de toenmalig directeur-generaal van de Belastingdienst in 2020 dat het memo hem "op geen enkele manier ooit eerder heeft bereikt" dan toen het vlak voor de verhoren naar buiten kwam. De toenmalige hoogste ambtenaar van het ministerie van Financiën en de voormalig directeur Toeslagen van de Belastingdienst zeiden tegen de ondervragingscommissie zich niet te kunnen herinneren het memo te hebben gelezen.
Al tijdens de verhoren bleek echter dat het memo-Palmen in het voorjaar van 2019 opnieuw was opgedoken bij het ministerie van Financiën. Een reconstructie van Trouw en RTL Nieuws liet zien dat het memo werd besproken, ook in aanwezigheid van de topambtenaren.
Twee van de drie zijn in het onderzoek alleen gehoord als getuige. De voormalig directeur-generaal van de Belastingdienst was wel als verdachte aangemerkt, maar inmiddels is zijn zaak geseponeerd. Tegenover de rijksrecherche heeft hij verklaard dat hij met zijn verklaring over 'bereiken' bedoelde dat hij de memo nooit eerder zelf heeft ontvangen, gelezen of bestudeerd.
Uit onderzoek is volgens het OM gebleken dat het memo weliswaar ter sprake is gekomen in overleggen waaraan hij deelnam en dat er ook in mails naar is verwezen, maar de toenmalig directeur-generaal heeft die mails niet zelf ontvangen en ze hadden ook niet 'Palmen' in de titel.
"Gelet op de nadere uitleg, de afstand die hij had tot de inhoud, de grote hoeveelheid overleggen en e-mails in de betreffende periode en het feit dat de memo volgens meerdere getuigen in de betreffende periode niet de betekenis had die het later kreeg, is er geen sprake geweest van meineed", oordeelt het OM.