Het staakt-het-vuren dat maandagavond in Sudan is ingegaan tussen de strijdende partijen is op verschillende plaatsen in het land geschonden. Inwoners van de hoofdstad Khartoem vrezen dat de levering van hulpgoederen daardoor in gevaar komt.
Het Sudanese leger en de paramilitaire RSF legden de wapens neer na bemiddeling van de VS en Saudi-Arabië. De hoop was dat het de basis zou leggen voor een langer durend bestand. Vijf weken geleden braken er gevechten uit in Khartoem en andere delen van het land, zoals de westelijke regio Darfur. Er werden al vier eerdere pogingen gedaan om de gevechten te beëindigen.
Vandaag zijn er gevechten en artillerievuur gehoord in het noorden van de regio Khartoem, in de stad Bahri. Uit Omdurman, dat ook deel uitmaakt van de regio, wordt gemeld dat een gevechtsvliegtuig is neergehaald. Een van de strijdende milities, de RSF, heeft er videobeelden van gedeeld. Saudi-Arabië en de VS waarschuwden gisteravond in een gezamenlijke verklaring al dat de strijdende partijen zich niet aan het bestand hielden.
Hulp hard nodig
De gevechtspauze heeft niet geleid tot de aanvoer van veel hulpgoederen. Hulpverleners en transporteurs wachten in de havenstad Port Sudan, aan de Rode Zee, op toestemming en veiligheidsgaranties. Daarna moeten ze nog ruim 800 kilometer over de weg afleggen om in Khartoem te komen.
Door de gevechten zijn de toch al slechte humanitaire omstandigheden in het land verder verslechterd. Het aantal mensen dat hulp nodig heeft is gestegen tot bijna 25 miljoen, meer dan de helft van de bevolking.
Volgens de Internationale Organisatie voor Migratie van de VN hebben de gevechten meer dan 1,3 miljoen mensen op de vlucht gejaagd. Zo'n 320.000 mensen zijn het land uit gevlucht, naar buurlanden als Egypte, Zuid-Sudan, Tsjaad en Ethiopië. De overigen hebben hun heil gezocht op veilige plekken in Sudan.
Tot nu toe zijn meer dan 860 burgers om het leven gekomen en zijn er meer dan 3500 gewond geraakt.