Uitgaven Rijk nog niet crisisbestendig, zegt Rekenkamer
De rijksoverheid is onvoldoende bestand tegen nieuwe crises. Dat constateert de Algemene Rekenkamer op Verantwoordingsdag, de dag waarop de ministeries hun uitgaven en ontvangsten over het afgelopen jaar toelichten. Waarnemend president Ewout Irrgang van de Rekenkamer lichtte de verslagen vanochtend toe in de Tweede Kamer.
Volgens de Rekenkamer is de rechtmatigheid van de uitgaven fors verbeterd, maar kampen tien van de twaalf ministeries met tekortkomingen in het financieel beheer. In zijn rapport spreekt Irrgang van een bijna paradoxale ontwikkeling: de rijksoverheid heeft de kas beter op orde, maar het kasbeheer niet.
De Rekenkamer vergelijkt dat met een dijkdoorbraak: "Het water mag weggepompt zijn en de meeste gaten gedicht, daarmee is de dijk zelf nog niet versterkt." De Rekenkamer onderstreept het belang van goed financieel beheer: "Het ijs is te dun. Als we weer in een crisis zoals de coronacrisis terechtkomen, is de kans groot dat we meteen weer door het ijs zakken met het zorgvuldig uitgeven van publiek geld", zei Irrgang in de Kamer.
Structurele zwakheden
De Rekenkamer noemt als meest in het oog springende voorbeeld van structurele zwakheden het financieel beheer van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. In 2020, het eerste coronajaar, kwamen flinke onrechtmatigheden aan het licht. De minister had de ambitie om de administratie in 2022 op orde te hebben, maar dat is niet gelukt.
Tot maart van dit jaar waren correcties nodig om een goed beeld over 2022 te krijgen en het ministerie kon daardoor het jaarverslag niet op tijd afronden. De Rekenkamer vindt de ontwikkelingen zorgwekkend en vraagt de minister van Financiën om VWS de helpende hand te bieden.
Regels beter gerespecteerd
De Rekenkamer gebruikt al jaren een "tolerantiegrens" van 1 procent. Omdat er altijd iets fout kan gaan, mag van maximaal 1 procent van de ontvangsten, uitgaven en verplichtingen de rechtmatigheid in het geding zijn.
Volgens Irrgang heeft het Rijk zich vorig jaar beter aan de regels gehouden dan in 2020 en 2021. Wel kwam nog steeds 1,22 procent van de verplichtingen niet aantoonbaar rechtmatig tot stand, dus boven de tolerantiegrens. Bij de uitgaven was dat percentage 0,56, dus beneden de grens.
Volgens de Rekenkamer is er geen reden om de vlag uit te steken: de onderzoekers benadrukken dat het aantal onvolkomenheden in het financieel beheer is toegenomen. Dat hangt ook samen met de erfenis uit de coronacrisis.
Er zijn destijds veel voorschotten verstrekt om de crisis te bestrijden en werkgelegenheid te behouden. Of dat rechtmatig is gebeurd, kan pas achteraf worden gecontroleerd, maar nu blijkt dat ministers het niet altijd meer kunnen aantonen. Van bijna 6 procent, 5,6 miljard euro, van de afgerekende voorschotten staat de rechtmatigheid niet vast en de Rekenkamer noemt dat een ernstige bevinding.
Historische maatregelen
Kaag zei in de Tweede Kamer dat 2022 een jaar was waarin "we ruw werden geconfronteerd met de kwetsbaarheid van het leven". Ze doelde daarmee op de inval van Rusland in Oekraïne. Volgens haar moet het financieel jaarverslag van het Rijk in dat licht worden bezien: niet alleen als een "technische foto", maar als "een reeks ontwikkelingen en ingrepen die hun werkelijke consequenties pas in de toekomst laten zien".
Financiën wijst erop dat in 2022 de oorlog, de hoge inflatie en de snel stijgende energieprijzen elkaar in hoog tempo opvolgden, dat het kabinet een "historisch pakket aan koopkrachtmaatregelen" heeft genomen en dat desondanks de overheidsfinanciën er eind 2022 beter voor stonden dan een jaar eerder. "Het economisch herstel was sterk en de Nederlandse economie groeide met 4,5 procent." Kaag wees er verder op dat ze vorig jaar een "Taskforce" in het leven heeft geroepen om de onvolkomenheden in het financieel beheer te verbeteren.