NOS Nieuws

Aantal sportende Nederlanders nog niet op oude niveau, '700.000 mensen kwijt'

De gevolgen van de lockdowns tijdens de coronapandemie zijn nog altijd merkbaar in de sportsector. Dat concludeert sportkoepel NOC*NSF in een jaarlijks rapport over sportende Nederlanders.

Tijdens de pandemie steeg het aantal Nederlanders dat alleen sportte en daalde het aantal mensen dat in verenigingsverband of in sportscholen sportte. Het aantal Nederlanders dat wekelijks sport is het afgelopen jaar met een half miljoen gestegen, maar zo'n 700.000 Nederlanders die voor de pandemie wekelijks sportten doen dat nu niet meer.

De gevolgen van de pandemie zijn vooral zichtbaar in de leeftijdscategorie 13-18 jaar en onder lager- of middelbaar opgeleiden. De sportdeelname van die groepen blijft achter bij kinderen in de basisschoolleeftijd en bij hogeropgeleiden. NOC*NSF zegt daarover dat de tweedeling in de maatschappij nu ook zichtbaar wordt in de sportsector.

Niet op oude niveau

Het aantal Nederlanders dat alleen sport neemt nu weer af, maar het aantal leden bij sportverenigingen is nog niet terug op het oude niveau. De waardering voor sporten in verenigingsverband is daarentegen wel toegenomen. Overigens nam het aantal sporters dat lid is van een vereniging voor de coronacrisis ook al af.

Vorig jaar sportte 23 procent van de Nederlanders bij een sportvereniging, voor de coronaperiode was dat nog 27 procent. Dat is wel een stijging vergeleken met 2021. In dat jaar lag het percentage op 19 procent.

Niet alle sportverenigingen zagen hun lidmaatschappen afnemen in de afgelopen vijf jaar. Zo waren er meer roeiers, klim- en bergsporters en sportvissers. Bij de Survivalrun Bond steeg het aantal lidmaatschappen zelfs met 128 procent vergeleken met vijf jaar geleden.

Tweedeling

Vooral in de leeftijd van 13-18 jaar en onder laag- en middelbaar opgeleiden blijft het aantal leden van sportverenigingen achter. Bij alle opleidingsniveaus is een stijging te zien van 2 procent ten opzichte van 2021. Bij hogeropgeleiden ligt het percentage wekelijkse sporters weer op 68 procent, waar dat voor corona 70 procent was.

In de categorieën lager- en middelbaar opgeleiden was er sprake van een sterkere daling in de coronaperiode. Het percentage wekelijkse sporters ligt daardoor nog altijd niet op het oude niveau. NOC*NSF maakt zich zorgen om de tweedeling die is ontstaan.

NOC*NSF zegt zelf de verantwoordelijkheid te nemen voor het gebrek aan aanbod van verenigingen. Een kwart van de jongeren in het rapport geeft namelijk aan niet te weten welke sport ze willen beoefenen. 12 procent van de jongeren zegt geen passend aanbod te kunnen vinden. "We moeten dus nog beter inspelen op de behoeften en ook goed luisteren naar die behoeften", laat Lieselot Meelker van NOC*NSF weten.

De koepel pleit daarnaast voor het professionaliseren van verenigingen door meer medewerkers te betalen. Veel verenigingen worden namelijk gerund door vrijwilligers. "Verenigingen kunnen niet goed samenwerken met de lokale beleidsmakers om die groepen te benaderen", legt Meelker uit. "Simpelweg omdat vrijwilligers al zoveel doen en ook niet zomaar overdag kunnen aanschuiven voor overleg."

Afname aantal verenigingen

Niet alleen de ledenaantallen, ook het aantal verenigingen dat via een sportbond is aangesloten bij NOC*NSF is afgenomen. De afgelopen tien jaar nam het aantal verenigingen af van 25.000 naar 22.000 in 2022. Het gemiddelde aantal leden per vereniging steeg in diezelfde periode van 180 naar 192.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl