Leefbaarheid Vlieland onder druk: concurrentie om de ruimte
Wat als er op een eiland nauwelijks nieuwe huizen meer bij mogen worden gebouwd omdat het grootste gedeelte beschermd Natura2000-gebied is? En er om de schaarse ruimte die er is een competitie gaande is tussen eilanders, ondernemers en de toerismesector? Het zijn prangende vragen waar de gemeente Vlieland mee worstelt, en dus is er van alle betrokken partijen creativiteit nodig.
De problematiek is ook de andere Waddeneilanden niet onbekend. Vandaag en gisteren maakten koning Willem-Alexander en koningin Máxima daarom een tour langs de eilanden. Het bezoek staat in het teken van de leefbaarheid op de Waddeneilanden en de complexiteit van de problemen die daarbij een rol spelen.
Wethouder Roel de Jong van Volkshuisvesting: "We hebben een heel kleine oppervlakte om te bouwen, met steeds meer eenpersoonshuishoudens waardoor er meer woningen nodig zijn, en een economie waardoor we veel mensen moeten huisvesten tijdens het toerismeseizoen."
Niet te doen
Als we inzoomen op Vlieland: de 1280 eilanders ontvingen vorig jaar 213.545 toeristen, dat zijn zo'n 167 toeristen per inwoner per jaar. Toerisme is dan ook veruit de grootste inkomstenbron voor het eiland. Ongeveer de helft van de woningen zijn woonhuizen, de andere helft is voor de verhuur. Eilanders zijn zich daar bewust van, en vaak ook financieel van afhankelijk. Maar het betekent inmiddels dat er voor Vlielanders zelf steeds minder huizen overblijven.
Komt er een woonhuis vrij, dan zijn er twee partijen die daarom concurreren: bewoners en ondernemers. Die laatste groep zoekt plekken om hun personeel te kunnen huisvesten. Met name in het toeristenseizoen zijn er veel extra handjes nodig. Het is ingewikkeld, tijdsintensief en eigenlijk niet te doen om personeel elke dag van het vasteland naar het eiland te laten pendelen, een vakantiewoning tijdelijk huren is duur.
Wethouder de Jong omschrijft het probleem terwijl hij voor een woning op het eiland staat: "Dit huis is eigenlijk bedoeld voor permanente gezinsbewoning, maar is door een ondernemer opgekocht om personeel in te huisvesten. Die ondernemer kan ook niet anders, want die moet z'n personeel ergens kwijt. Maar het betekent wel dat er weer een permanente bewoning uitvalt in de schaarse woonruimte die we hebben."
Jonge mensen vertrekken
Met name voor jonge Vlielanders wordt het steeds lastiger om een huis te vinden. Waar in 2000 nog 40 procent van de inwoners onder de 30 was, is dat nu nog 32 procent. Volgens de gemeente zou dat in werkelijkheid nog lager kunnen liggen, omdat veel jonge Europese arbeidskrachten daar seizoenswerk doen en zich bij vertrek niet allemaal uitschrijven.
De wethouder wil juist ook starters aantrekken, want jonge gezinnen zijn nodig om voorzieningen als de basisschool draaiende te houden. En ook die heeft grote moeite om huisvesting te vinden voor personeel.
De NOS ging langs bij basisschool de Jutter op Vlieland. Directeur Cees Visser heeft moeite met het vinden van woningen voor zijn personeel en wil daarom twee tiny houses bouwen op het eigen terrein.
Volgens wethouder De Jong is er nog zo'n 1 procent van het eiland bebouwbaar. Bij veel nieuwbouw moet er eerst wat anders gesloopt worden. En bouwen is duur. "Bouwmateriaal moet van het vasteland komen en sowieso is het leven hier duurder. Je kan hier niet zomaar een huis kopen met een modaal inkomen."
Er staan op het eiland nu zo'n 300 mensen op een wachtlijst voor permanente bewoning van een huurwoning. Dat is veel voor een eiland met zo weinig bewoners. Hoe groot de huisvestingvraag van ondernemers is, is volgens de wethouder moeilijk in cijfers te vangen. Hij denk dat het om een aantal honderden plekken gaat.
De toerismesector legt dus door die extra handjes extra druk op de woningmarkt, maar zorgt er aan de andere kant voor dat mensen een inkomen hebben en dat voorzieningen op het eiland kunnen blijven bestaan. De Jong: "Toeristen gaan niet in de permanente woningen wonen, die concurrentie is er niet. Maar die om ruimte wel."