Chelsea bevestigt komst Lampard, trainer na twee jaar terug op Stamford Bridge
Chelsea heeft Frank Lampard aangesteld als interim-manager. De 44-jarige Engelsman vervangt Graham Potter, die zondag ontslagen werd vanwege tegenvallende resultaten. Lampard is al de derde hoofdtrainer van het seizoen bij Chelsea en mag de huidige competitie afmaken.
Met Lampard haalt Chelsea een oude bekende in huis. De Engelsman speelde dertien jaar in West-Londen en won in die periode onder meer drie landstitels en in 2013 de Champions League.
'The Blues' begonnen dit seizoen met Thomas Tuchel aan het roer, maar de nieuwe eigenaar Todd Boehly besloot de Duitser aan de kant te zetten wegens slechte resultaten. De directe aanleiding was de 1-0 nederlaag tegen Dinamo Zagreb in de Champions League. Graham Potter werd voor, naar verluidt, 18 miljoen euro losgeweekt bij Brighton en moest de weg naar boven in de Premier League inzetten.
Maar hoewel eigenaar Boehly de portemonnee trok en in de winterse transferperiode weer met miljoenen smeet - in totaal meer dan 300 miljoen euro voor spelers als Enzo Fernandez, Mychajlo Moedryk en PSV'er Noni Madueke - zakte Potter met Chelsea naar de elfde plaats in de competitie. De 2-0 thuisnederlaag tegen Aston Villa van afgelopen zaterdag was de druppel.
Piepjong Chelsea
In 2019 werd Lampard aangesteld als trainer, in het jaar dat Chelsea een transferban had en geen enkele speler mocht kopen. Met een piepjong Chelsea werd Lampard knap vierde en plaatste hij zich voor de Champions League. In de zomerpauze haalde de clublegende Ajacied Hakim Ziyech naar Stamford Bridge.
Het seizoen erna vielen de resultaten echter tegen wat Lampard de kop kostte. Vervanger Tuchel won diezelfde jaargang nog de Champions League. Inmiddels zijn we twee jaar en twee trainers verder en is Lampard binnengehaald tot het einde van het seizoen. Chelsea blijft voor daarna zoeken naar een permanente oplossing.
Lampard heeft meteen een loodzware taak, want volgende week speelt Chelsea in de Champions League tegen titelhouder Real Madrid, dat woensdag in het Spaanse bekertoernooi FC Barcelona met 4-0 aan de kant zette.
