'Bruisend' Pinoké doet niet meer onder voor Amsterdam: 'Horen bij top van Europa'
In het Amsterdamse Bos zijn twee hockeyclubs uit de hoofdklasse gehuisvest: het 'grote' Amsterdam en het 'kleinere broertje' Pinoké. De verhoudingen tussen die twee clubs zijn inmiddels echter behoorlijk opgeschud.
Pinoké overvleugelt Amsterdam de laatste jaren en is nu zelfs organisator van het finaleweekend van de Euro Hockey League (EHL), het toernooi waar de club dit seizoen debuteert. Amsterdam is daar niet bij. De 21-voudig landskampioen werd uitgeschakeld in de achtste finales.
"We horen erbij, bij de top van het Europese clubhockey", jubelt Pinoké-voorzitter Astrid Ventevogel. "Dit hebben we nog nooit meegemaakt. Het is nogal bijzonder, een hele sensatie."
Dat Pinoké al een tijdje niet meer onderdoet voor Amsterdam, ziet ook Ventevogel. "Pinoké was altijd een beetje het bier- en studentengebeuren, maar tegenwoordig tellen we echt mee. Amsterdam moet de aandacht nu delen. Er zijn nu gewoon twee topclubs in het Amsterdamse Bos."
Ook Jesse Mahieu, de trainer van de Pinoké-mannen, ziet dat, maar is iets voorzichtiger. "Amsterdam blijft een topclub, wij timmeren aan de weg en proberen een stabiele topclub te worden."
Volgens Mahieu ligt de kracht van Pinoké vooral bij de eigen jeugd. "De eigen jeugd moet de basis zijn van ons team", legt hij uit. "Het hele seizoen draaien we met twaalf zelfopgeleide spelers. Dat maakt het bijzonder. Het zijn echt gezichten van de club, jongens die hier al jaren rondlopen."
De Amsterdamse club wil er "een mooi feestje" van maken in het hoogstwaarschijnlijk zonnige paasweekend. Mahieu geniet in elk geval van de ambiance op de club met de EHL voor de deur. "De club bruist, echt mooi om te zien. Er heerst een enorm gevoel van saamhorigheid."
Thuishaven van Amsterdam
Om zo veel mogelijk toeschouwers te kunnen begroeten, doet Pinoké dat in het stadion waar normaal gesproken Amsterdam zijn thuiswedstrijden speelt: het Wagener Stadion.
"Officieel is het stadion van de hockeybond, niet van Amsterdam", verduidelijkt Ventevogel. "Dus we hebben de bond om toestemming gevraagd."
De voorzitter van de hockeyclub vertelt verder dat "heel vroeger, in het seizoen '94/'95" ook Pinoké zijn thuiswedstrijden in dat stadion speelde. "Zij vinden het hun stadion, wij vinden het ons gezamenlijke stadion."
Dat Pinoké het finaletoernooi organiseert, heeft volgens Ventevogel geen enkele financiële reden. "Als we er niks aan overhouden en we hebben geen extra kosten, dan zijn we tevreden. We doen het echt voor de club, niet om er rijk van te worden."
Wel hoopt Ventevogel natuurlijk dat Pinoké het op sportief gebied goed zal doen. De eerste wedstrijd staat vanavond op het programma, om 19.15 uur tegen het Belgische Royal Racing Club Brussel.
Seizoen kan al niet meer stuk
Volgens Mahieu is het weekend al geslaagd als die eerste wedstrijd wordt gewonnen. "Want dan strijden we maandag om de medailles. Als we de finale spelen om de titel, zou dat natuurlijk het maximale resultaat zijn, maar ook als we om brons strijden, is dat al supergoed."
Als Pinoké wint van Racing Club Brussel is de kans groot dat Pinoké in de halve finales Bloemendaal treft. "Ik zal heel blij zijn als we tegen Bloemendaal mogen spelen", zegt voorzitter Ventevogel. "Maar eigenlijk kan mijn seizoen al niet meer stuk."