Utrechtse amateurvoetballer treft Messi met Curaçao: 'Ga geen doodschop geven'
Het is half drie 's middags. Shanon Carmelia ververst de mailbox op z'n telefoon. De school van z'n twee zoontjes (6 en 8) is bijna uit. De voetballer weet dat hij kan worden opgeroepen voor de selectie van Curaçao voor een oefenduel met wereldkampioen Argentinië (vannacht om 01.30 uur in Santiago del Estero).
Hij zat erbij sinds 2011. In 2017 won hij met z'n land de Caribbean Cup. Maar hij is inmiddels 34 jaar en speelt bij de Utrechtse derdedivisionist Hercules. Hij zou de enige amateurvoetballer van de selectie zijn.
Vlak voordat hij het schoolplein op loopt, ververst hij nog eens z'n inbox. Opeens verschijnt het bericht van bondscoach Remko Bicentini: je zit erbij.
In shock van blijdschap
Carmelia is in shock van blijdschap, hij kan geen woord uitbrengen. Dit betekent één ding: hij mag tegen Lionel Messi spelen.
Pas thuis, wanneer de voordeur in het slot is gevallen en de adem iets gezakt is, vertelt hij z'n zoontjes het nieuws. "Papa!", roepen ze, "we gaan een tekening maken. Wil je Messi onze tekeningen geven?"
Een doodschop ga ik hem niet geven, hoor. Dat wordt me weleens gevraagd, na die verloren wedstrijd van Oranje in Qatar.
Curaçao staat 86ste op de FIFA-ranglijst, Argentinië op plek 2. De WK-winnaar wil de wereldtitel vieren met een aantal oefenduels in eigen land en zocht contact met het eiland in de Caraïbische Zee. Ook voor Messi zelf kan deze wedstrijd extra speciaal worden: hij staat op het punt z'n honderdste goal voor Argentinië te maken.
Los Azules versus Messi's gouden voet
Er zijn meerdere Nederlands-Curaçaose voetballers opgeroepen voor de selectie van 'Los Azules', oftewel 'De Blauwen'.
Zo moet Nijmegenaar Eloy Room, keeper van de Amerikaanse landskampioen Columbus Crew, ervoor zorgen dat Messi dat honderdste doelpunt niet gaat maken. "Het gaat lastig worden", lacht Room. "Maar dat is wel de bedoeling, ja. Ik ga mijn best doen."
Het is wel even omschakelen voor het team. Dit weekend ging Curaçao in eigen huis met 2-0 onderuit tegen WK-ganger Canada.
Het was een wedstrijd waar veel van afhing: de winnaar kon zich direct kwalificeren voor de Gold Cup, het belangrijkste voetbaltoernooi voor landenteams uit Noord-Amerika, Centraal-Amerika en het Caribisch gebied. Dat werd dus Canada.
Lang om te treuren is er niet. Op maandag zat het team alweer in het vliegtuig naar Buenos Aires en daarna naar Santiago de Estero. Bondscoach Remko Bicentini trots: "Argentinië is het toetje. Die wedstrijd krijg je niet zomaar. Het betekent dat Curaçao als voetballand meetelt."
Tien verdedigers? Nee, hoor
Dat betekent ook wat voor het spel. "Wij zijn geen ploeg die komt en de bus parkeert." Daarmee bedoelt Bicentini dat hij niet van plan is met tien man te gaan verdedigen. "Van de tien keer dat je Argentinië treft, verlies je negen keer. Maar ik wil geloven in die ene overwinning."
Dat ziet hij ook letterlijk zo. Het geloof is binnen de 24-koppige selectie plus staf alom aanwezig en ziet hij als essentieel voor de focus en de weg naar succes.
"Elke ochtend staan we in een grote kring, armen over elkaars schouders, en dan bidden we. Onze materiaalman Sherwin Martina kan ontzettend goed voorgaan in het gebed. Zo geven we een bepaalde kracht aan het elftal en aan de spelers zelf."
Die chemie is wat de ploeg onderscheidt van andere, zegt hij. Om eraan toe te voegen: "En de spelersbus natuurlijk."
Want ook die beschilderde partybus met open ramen en vrolijke muziek geeft de motivatie een boost. "Helaas kan die niet mee naar Argentinië."
En die tekeningen?
Het ultieme doel is kwalificatie voor het WK van 2026. Carmelia hoopt dat hij ook daar bij kan zijn. Eerst maar eens zorgen dat hij in de basis staat, en dan zorgen dat Messi niet langs hem komt. "Een doodschop ga ik hem niet geven, hoor. Dat wordt me weleens gevraagd, na die verloren wedstrijd van Oranje in Qatar. Maar dit is wel Messi, dat kan je niet maken."
Misschien vraagt de rechtsback na afloop Messi's handtekening. Al blijft hij ook die bescheiden jongen uit het Curaçaose dorp Boca Samí, die zich absoluut niet wil opdringen, zelfs niet aan de beste voetballer ter wereld.
En de tekeningen van zijn zoontjes dan? Hij twijfelde thuis al of hij ze aan Messi zou geven. "Wat moet hij nou met twee kindertekeningen van iemand die hij niet kent?" Hij besloot eerlijk tegen zijn zoontjes te zijn: leg de stiften maar neer jongens, beter gaan we voetballen.