Maartje Geels
redacteur Online
Maartje Geels
redacteur Online
De helft van de wereldbevolking leeft op plekken die kwetsbaar zijn voor klimaatverandering. En vanwege toegenomen weersextremen kampen miljoenen mensen momenteel met waterschaarste of voedselgebrek. Het is een kleine, maar alarmistische greep uit de cijfers uit het rapport dat het klimaatpanel IPCC afgelopen maandag presenteerde. Opvallend in het rapport was de aandacht voor een secundair gevolg van klimaatverandering: migratie.
"Het rapport bekijkt de impact van klimaatveranderingen, inclusief verandering in weersextremen", zegt Detlef van Vuuren, die betrokken was bij het recente IPCC-onderzoek. Over de conclusie is Van Vuuren stellig: klimaatverandering draagt bij aan bijvoorbeeld hevigere regenval en hogere temperaturen. "Natuurlijk hadden we altijd al weersextremen, maar door klimaatverandering verandert zowel hoe vaak als hoe hevig deze extremen zijn."
Volgens het IPCC worden bepaalde regio's nu al veel heviger geraakt door klimaatverandering dan andere. In Afrika, Azië en in heel Amerika zijn weersextremen een oorzaak van migratie, een fenomeen dat ook wel 'klimaatmigratie' wordt genoemd.
Klimaatmigratie vindt op verschillende niveaus plaats. Inwoners uit de Afrikaanse Sahel trekken bijvoorbeeld richting de kust en steden om aan de droogte te ontkomen - zij verplaatsen zich binnen de regio. Maar we zien klimaatmigratie vooral binnen landsgrenzen en in mindere mate tussen continenten.
"Het is niet zo dat grote aantallen mensen uit verschillende Afrikaanse landen naar Europa zullen komen vanwege het klimaat", zegt klimaatmigratie-onderzoeker Ingrid Boas (Wageningen University). "Als we over klimaatmigratie praten, spreken we niet over grootschalige stromen van mensen die in de EU asiel komen zoeken."
Maar dat betekent niet dat deze vorm van migratie in de toekomst geen problemen zal geven: meer mensen zullen namelijk dezelfde leefbare grond moeten delen. De Wereldbank constateerde in 2018 dat uit Zuidoost-Azië zo'n acht miljoen mensen richting het Midden-Oosten, Europa en Noord-Amerika waren uitgeweken, omdat landbouw door afwisselende moessonregens en droogte minder goed lukt.
Ongelijkheid belangrijke factor
Ongelijkheid is bij klimaatmigratie een belangrijke factor, constateren de IPCC-onderzoekers. Arme huishoudens worden zwaarder door klimaatverandering getroffen. En op een breder niveau hebben minder welvarende landen minder mogelijkheden om hun omgeving aan een veranderend klimaat aan te passen. Dat leidt ertoe dat inwoners van die gebieden sneller zullen uitwijken.
IPCC-onderzoeker Van Vuuren: "Samenlevingen zijn ingericht op een bepaald weerpatroon en een verwachting rond extreem weer. Dat geldt overal ter wereld. Maar in Nederland hebben we meer mogelijkheden om ons hieraan aan te passen, bijvoorbeeld door dijken te bouwen."
Weg uit droge streken
In de toekomst zullen we veel meer migratie binnen de landsgrenzen gaan zien vanwege het klimaat, denken onderzoekers. Verandert er aan de klimaatopwarming niets - het slechtste scenario denkbaar - dan zullen in 2050 zo'n 216 miljoen mensen noodgedwongen naar een andere plek in hun land zijn verhuisd, constateerde de Wereldbank.
Zij zullen wegtrekken uit streken waar drinkwater en vruchtbare grond schaars zijn, en van plekken die kampen met zeespiegelstijging. De meeste migratie zal plaatsvinden binnen landen in de sub-Sahara, de Stille Oceaan en Zuid- en Oost-Azië.
Vraag speelt ook in Nederland
Maar klimaatmigratie is niet alleen maar een zorg voor plekken elders op de wereld, benadrukt migratie-onderzoeker Boas. Waar onderzoekers eerst vooral keken naar kwetsbare plekken als bijvoorbeeld Tuvalu - de door zee bedreigde eilandengroep in de Stille Oceaan - is de focus de laatste jaren langzaam komen te liggen op Europa, Noord-Amerika en Australië.
Zo haalt Boas de overstromingen aan die twee jaar geleden delen van Limburg, België en Duitsland troffen. Die worden inmiddels in verband gebracht met klimaatverandering. Daarmee rijst bijvoorbeeld de vraag of en hoe zulke gebieden veiliger gemaakt kunnen worden zodat ze goed bewoonbaar blijven. De overstromingen zijn volgens Boas kortom een goed voorbeeld dat ook Nederland na moet denken over hoe de samenleving moet worden aangepast aan een veranderend klimaat.
Kennisinstituut Deltares adviseerde vorig jaar om nieuwe woningen in hoger gelegen delen van het land te bouwen. "In Nederland wordt vaak gedacht dat we veel kennis over watermanagement hebben en het niet zo erg zal worden. Maar de vraag is hoe realistisch dat nog is", stelt Boas.