Bijna 200 doden in twee weken door bendegeweld Haïti, VN pleit voor troepenmacht
In Haïti zijn in minder dan twee weken bijna 200 mensen omgekomen door bendegeweld. Verder vielen er in diezelfde periode, tussen 27 februari en 9 maart, zeker 150 gewonden, meldt het bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de VN in een update over de situatie in het land.
De VN ziet het geweld in Haïti "steeds gewelddadiger en frequenter" worden. Met name in hoofdstad Port-au-Prince is het gevaarlijk. Zwaarbewapende bendes strijden daar om elkaars territoria.
Marta Hurtado, woordvoerder van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, roept de internationale gemeenschap op om een tijdelijke, gespecialiseerde troepenmacht te sturen naar Haïti om zo het bendegeweld tegen te gaan. Daar is volgens Hurtado wel een "alomvattend en nauwkeurig actieplan" voor nodig. "Mensen moeten onder veilige en waardige omstandigheden kunnen terugkeren naar huis."
Van kwaad tot erger
De VN waarschuwt al langer voor de escalerende situatie in Haïti, waar het sinds de verwoestende aardbeving in 2010 van kwaad tot erger is gegaan. De centrale overheid heeft nog nauwelijks gezag in het land. Na de moordaanslag op premier Moïse in juli 2021 zijn bendes nog machtiger geworden; door de aanslag ontstond er chaos en een machtsvacuüm, waar criminelen volop van profiteerden. Zo zou inmiddels zo'n 60 procent van Port-au-Prince in handen zijn van bendes.
Volgens een VN-telling waren er dit jaar tot 15 maart zeker 531 mensen vermoord, 300 gewond geraakt en 277 ontvoerd. Scherpschutters maken de meeste slachtoffers, zegt VN-woordvoerder Hurtado. Zij schieten willekeurig op mensen in huizen of op straat. Ook zijn er tal van berichten over seksueel geweld tegen vrouwen, waarmee de bendes de bevolking intimideren en terroriseren.
Bij scholen is het onveilig. Leraren en leerlingen worden geregeld geraakt door verdwaalde kogels en geregeld vinden er ontvoeringen plaats, zodat veel scholen de deuren hebben gesloten. Daardoor worden kinderen weer vatbaarder voor rekrutering door bendes. "Mensen slaan op de vlucht om aan het dagelijkse geweld te ontsnappen", zegt Hurtado.
Mobilisatie leger
Er zijn zo'n 160.000 Haïtianen ontheemd, schat de VN. Ook zijn er vluchtelingenstromen op gang gekomen naar onder meer de Dominicaanse Republiek en de Bahama's. Die landen hebben moeite om de vele Haïtianen op te vangen.
Door het geweld en de algehele instabiliteit zijn ook de voedselprijzen gestegen en zijn er problemen met de aanvoer. De helft van de bevolking in Haïti heeft daardoor volgens de VN op dit moment niet genoeg te eten.
De Haïtiaanse premier Henry zei vrijdag te overwegen om het leger te mobiliseren, om zo de onderbemande en slecht uitgeruste politie te ondersteunen. Het zou dan gaan om zo'n 2000 militairen die zijn getraind in Argentinië, Mexico en Colombia. "Het Haïti dat we willen, kan niet gebouwd worden met bendes die overal huishouden. Ze moeten luisteren, of we dwingen ze te luisteren", zei Henry.
Het leger van Haïti werd in 1995 opgeheven, nadat het had deelgenomen aan meerdere coups. In 2017 werd het leger weer opgericht, na het einde van de VN-vredesmissie in Haïti. Het leger is sindsdien bewust klein gehouden.