Erika de Joode
redacteur Online
Sjoerd Mouissie
Datajournalist
Erika de Joode
redacteur Online
Sjoerd Mouissie
Datajournalist
Een dag na de verkiezingen mag het inmiddels duidelijk zijn: de uitslag laat de coalitiepartijen ontgoocheld achter, waar in BBB-kringen juist de vlag uit kan (zelfs weer in rood-wit-blauw in plaats van andersom). Maar ook nieuwkomers als JA21 en Volt timmerden aan de weg. Dat en meer lees je in dit artikel, aan de hand van zes kaarten.
BBB-groen
De BoerBurgerBeweging komt in veel gemeenten als grootste partij uit de bus. Op het eerste gezicht lijkt de partij heel Nederland als het ware te hebben veroverd, zegt electoraal geograaf Josse de Voogd. "Maar als je ook de inwonertallen meeneemt, wordt dat beeld wel iets genuanceerd. Dan kleurt een relatief kleiner deel van Nederland BBB-groen."
Swipe door deze twee kaarten om dat nuanceverschil te zien:
Tegelijkertijd staat buiten kijf dat de kandidaten van BBB, die zich vooral hebben geprofileerd als voorvechters van de agrarische sector, ook in stedelijke gebieden goed hebben gescoord. Vooral in middelgrote gemeenten wist de partij kiezers aan zich te binden, ook in de Randstad: in onder meer Alphen aan den Rijn, Katwijk en Woerden werd BBB in een klap de grootste.
Dat geldt trouwens ook voor Almere, met ruim 220.000 inwoners een van de grotere steden in niet-agrarisch gebied waar BBB als winnaar uit de bus kwam. "Almere is politiek gezien een versnipperde gemeente waar protestpartijen het vaak relatief goed doen", weet De Voogd. "De stad is eigenlijk voor niemand echt een bolwerk. Je komt dan al snel bovendrijven als grootste partij."
Ongeveer een derde van alle stemmen op BBB komt van het platteland. Vooral in het noordoosten van Nederland wist een groot deel van de kiezers de partij te vinden:
Op provinciaal niveau boekte BBB de grootste winst in Drenthe en Overijssel, waar ongeveer een derde van de kiezers op de partij stemde. "BBB heeft het platteland verenigd," stelt De Voogd, "zelfs door bestaande tegenstellingen heen."
Zand en veen
Als voorbeeld noemt de onderzoeker Borger-Odoorn in Drenthe, een gemeente die grofweg bestaat uit dorpen op zandgrond en op veengrond. Van oudsher stemmen de inwoners 'van het zand' anders dan die 'op het veen', mogelijk vanwege verschillen in onder meer opleidingsniveau en inkomen. Inwoners van veengebieden waren eerder geneigd om op een anti-establishment-partij te stemmen dan de zandbewoners, zegt De Voogd.
"Maar nu stemde zowel zand als veen op BBB", zegt hij. "Heel veel mensen op het platteland identificeren zich met die partij, en dus niet alleen de diehard proteststemmers."
Nieuwkomers en een oude bekende
Behalve BBB slepen ook JA21 en Volt dit jaar voor het eerst Provinciale Statenzetels in de wacht.
JA21 groeide vooral in de Randstad, buiten de grote steden. De partij, van alle afsplitsingen van Forum voor Democratie de succesvolste bij deze verkiezingen, kan zich in onder meer Albrandswaard en Barendrecht de op twee na grootste noemen. Bij de vorige Provinciale Statenverkiezingen scoorde Forum voor Democratie nog het beste in die gemeenten onder de rook van Rotterdam.
Ook in andere gemeenten in die regio wisten kiezers JA21 te vinden:
Volt wist vooral in studentensteden kiezers aan zich te binden. In Utrecht scoorde de nieuwkomer bij de Provinciale Statenverkiezingen ongeveer even goed als de VVD. In Wageningen werd de partij zelfs in een klap de derde partij, onder GroenLinks en de PvdA.
Iets soortgelijks geldt voor de Partij voor de Dieren; weliswaar geen nieuwkomer meer, maar nog altijd groeiend. Waar Volt in Utrecht net onder de VVD eindigde, scoorde de PvdD daar voor het eerst net iets beter dan de liberalen. In Amsterdam en Nijmegen is de partij als derde geëindigd.
In de twee kaarten hieronder zie je de uitslagen van Volt en de PvdD:
"De winst van Volt en de Partij voor de Dieren laat zien dat sommige mensen klaar zijn met de gevestigde partijen, zonder daar inhoudelijk ver vanaf te staan", zegt electoraal onderzoeker De Voogd. Zo staat Volt dicht bij D66 en de PvdD bij GroenLinks. "Maar Volt en de PvdD zijn net iets meer uitgesproken en neigend tot versnelling."
Met groeiende nieuwkomers en slinkende gevestigde partijen wordt het vormen van coalities ondertussen wel ingewikkeld. Dat geldt vooral in de steden, zegt De Voogd. "Volt is bijvoorbeeld nauwelijks relevant op het platteland, dat is echt iets van de steden. Daar is de versnippering het grootst: een soort regenboogpalet."