Olympische droom na zwaar jaar terug bij Boermans/De Groot: 'Zekerheid was weg'
Anne van Eijk
Anne van Eijk
Stefan Boermans en Yorick de Groot staan morgen in het Mexicaanse La Paz eindelijk weer samen op het zand tijdens een beachvolleybaltoernooi. Dat is bijna een jaar nadat De Groot een zware blessure had opgelopen en niet iedereen ervan overtuigd was dat hij ooit weer zou kunnen volleyballen.
Even terug in de tijd, naar april 2022. De Groot krijgt last van zijn rug en heeft, zo blijkt enkele maanden later, een hernia in zijn middenrug opgelopen. "Op dat moment wist niemand eigenlijk hoe het daarmee zou gaan lopen en welke zekerheid ik had. Eigenlijk was er helemaal geen zekerheid", blikt de inmiddels 22-jarige beachvolleyballer terug.
Mentale dreun
Volgens hem kon de timing van zijn blessure "eigenlijk niet slechter". Daarmee doelt De Groot op het succesvolle jaar samen met beachvolleybalpartner Boermans. Ze pakten zilver bij de EK van 2021 en wonnen in datzelfde jaar het sterk bezette toernooi in Gstaad.
Kwalificatie voor de Spelen van Tokio zat er toen nog net niet in, maar Parijs 2024 was haalbaar. De blessure van De Groot zorgde mede daarom voor een mentale dreun, bij zowel De Groot als Boermans.
Als je je lichaam zo om zeep helpt dat je daarna niets meer ermee kan, moet je af gaan wegen of dat het echt waard is.
"Voor mij was het natuurlijk heel vervelend, want mijn maatje viel weg met wie ik een bepaalde doelstelling voor ogen had", zegt de 28-jarige Boermans.
"Maar voor Yorick zelf was het natuurlijk nog heftiger. Ik had het geluk dat ik in elk geval nog door kon volleyballen, maar Yorick lag er echt helemaal uit. Enorm klote voor hem. Hij zat vanuit huis toe te kijken hoe ik de wereld over reisde, terwijl hij niks kon doen."
Pas sinds eind 2022 is de hoop terug bij De Groot. "Toen werd het echt weer realistisch dat ik weer op niveau kon gaan volleyballen. In de zomer was niet iedereen daarvan overtuigd, dat dat weer zou gaan lukken. Dat was wel heel heftig."
Volleyballen geen optie
De beachvolleyballer had in die periode "dusdanig veel pijn" dat volleyballen geen optie was. Het idee dat hij zijn geliefde sport nooit meer zou kunnen beoefenen, vond hij "verschrikkelijk".
"Want ik doe het al sinds ik zes jaar ben. Als je dan gedwongen wordt om te stoppen met iets wat je zo graag doet en wat zo lang een groot deel van je leven is geweest, dat is enorm vervelend."
"Maar aan de andere kant: je rug is enorm belangrijk", weet De Groot. "Ook na je volleybalcarrière moet je er in principe nog een jaar of veertig, vijftig mee door kunnen. Als je je lichaam zo om zeep helpt dat je daarna niks meer ermee kan, moet je af gaan wegen of dat het echt waard is."
Die afweging hoefde De Groot uiteindelijk niet te maken. Hij is alweer een paar maanden te vinden op het zand naast zijn vertrouwde partner Boermans, die zelf het afgelopen seizoen afmaakte met invaller Matthew Immers.
Het goede gevoel tussen De Groot en Boermans was, ondanks de lange afwezigheid van De Groot, snel weer terug. "Ik heb het geluk dat ik naast Yorick sta, die eigenlijk geen training nodig heeft om zijn balgevoel op orde te houden", zegt Boermans. "Bij de eerste training legde hij de ballen alweer op de plekken waar hij ze voorheen ook al neerlegde."
"Zelf heb ik meer trainingsuren nodig om hem weer goed te kunnen vinden, maar ik merkte vanaf het begin direct alweer dat we doorgaan waar we in april waren gebleven. We moeten natuurlijk nog wel iets fitter worden, maar qua afstemming en communicatie met elkaar voelt het weer als vanouds."
Olympische droom
En dus durven ze ook weer voorzichtig te gaan dromen over de Olympische Spelen. "De ambitie is om naar Parijs te gaan. En als we ons niveau halen dan is het realistisch", houdt Boermans nog een slag om de arm.
"We moeten zorgen dat we het een hele zomer volhouden qua fitheid", weet De Groot. "Dat is misschien nog wel een grotere uitdaging. Niemand weet nog echt hoe het gaat lopen met m'n rug bijvoorbeeld."
Maar dat ze het niveau kunnen aantikken dat nodig is om een ticket naar Parijs te veroveren, daar zijn de twee het wel over eens. "We hebben laten zien dat we dat niveau in principe wekelijks kunnen halen."