Onderscheid naar seksuele geaardheid voor bloed doneren vervalt
Vanaf volgend jaar moet er een gelijke behandeling gelden worden voor alle bloeddonoren. Hun seksuele voorkeur maakt dan niet meer uit. Dat willen minister Kuipers van Volksgezondheid en bloedbank Sanquin.
Op dit moment is het donorkeuringsbeleid heel specifiek gericht op mannen die seksueel contact hebben gehad met een andere man (MSM). Zij mogen geen bloed doneren als ze de afgelopen paar maanden met een nieuwe partner of wisselende partners anaal seksueel contact hebben gehad.
Gisteren schreef minister Kuipers (Volksgezondheid) in een Kamerbrief dat er in het donorselectiebeleid geen onderscheid meer gemaakt moet worden tussen hetero's en homo's. "Sanquin schat in dat met ieders medewerking de maatregel in het eerste kwartaal van 2024 ingevoerd kan worden. Ik heb Sanquin laten weten dat ik eraan hecht dat de maatregel per 1 januari van kracht wordt."
Universele vragen voor iedereen
Ivo van Schaik van Sanquin, zegt in het NOS Radio 1 Journaal dat het beleid de afgelopen tijd al stapje voor stapje verruimd is. "Daarbij is gekeken of dat invloed had op het aantal infecties in alle bloeddonaties. We zien die invloed niet en dat is niet alleen onze ervaring maar ook wereldwijd. Ook met gericht wetenschappelijk onderzoek is daarnaar gekeken en ook daar is gebleken dat het risico niet toeneemt."
Het zou er volgens Van Schaik niet toe moeten doen met wie je seks hebt. "Je moet eigenlijk vooral kijken naar het gedrag en dus vragen stellen over het seksueel gedrag dat een risico biedt op bloedoverdraagbare infecties. Er is geen enkele reden waarom je die vraag niet aan alle donoren zou stellen."
Donoren moeten een formulier invullen waar die vragen op komen te staan voor iedereen. "Op dit moment zijn we die universele vragen nog aan het definiëren", zegt Van Schaik.
Geen dashboard
De verantwoordelijkheid wordt nu dus bij de donor gelegd die het formulier naar waarheid moet invullen. Arnoud Plat is wat terughoudender over de beleidswijziging. Hij is voorzitter van de NVHP, de patiëntenvereniging voor mensen met een stollingsstoornis, zoals hemofilie.
"Wij zijn ook voorstander van een inclusief beleid. Toch zijn we bij elke wijziging bezorgd over de mogelijke risico's voor de ontvangers van het bloed."
Plat zegt dat het lastig is om te zien of het straks mis zal gaan. "Er is geen dashboard of iets dergelijks waar we op kunnen zien hoeveel besmettingen er zijn. Dat hoor je altijd achteraf. Nu weten we van Sanquin dat er nauwelijks besmettingen zijn, maar we weten niet wat er straks gaat gebeuren."
Niet geheimzinnig
Daarom wil de NVHP een waarborgfonds, zegt Plat. "In het verleden hebben patiënten een ontzettend lange strijd moeten voeren met het ministerie van Volksgezondheid om duidelijk te maken wat het betekent om besmet te raken. Veel patiënten hebben daar nooit compensatie voor gekregen. We pleiten ervoor dat we niet in juridisch geharrewar terechtkomen, maar dat er een compensatie komt voor de patiënt, zodat die zich op zijn ziekte en herstel kan focussen."
Van Schaik zegt de zorgen van Plat te begrijpen en ook dat de NVHP een fonds wil. "Bloed moet veilig zijn. Laat duidelijk zijn dat dat voor Sanquin altijd vooropstaat en dat zal zo blijven. We testen al het bloed en als het bloed positief test gaat het niet naar de ziekenhuizen. De kans dat er toch positief bloed wordt opgestuurd, is buitengewoon laag en de afgelopen jaren zijn er ook geen patiënten besmet geraakt."
Daarnaast meldt Sanquin alle incidenten aan de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, zegt Van Schaik. "Ook is er een onafhankelijke database die door alle ziekenhuizen beheerd wordt waarin transfusiegerelateerde problemen worden opgenomen. We doen daar zeker niet geheimzinnig over."