NOS Nieuws

Vliegen weer bijna even populair als voor corona, milieuwinst gaat verloren

Ondanks de gestegen kosten van vliegreizen is het aantal vluchten in Europa weer bijna terug op het niveau van voor corona. Uit cijfers van ACI Europe, de koepel van Europese luchthavens, blijkt dat er nog maar 11 procent minder wordt gevlogen dan in 2019, het jaar voor de coronapandemie uitbrak. Het herstel van de sector was in januari het grootst sinds het uitbreken van de pandemie.

Ook de reisbranche ziet de reislust terug. In januari boekten meer dan 3 miljoen Nederlanders een vakantie naar het buitenland via een bij de ANVR aangesloten organisatie.

Een recordaantal, volgens de brancheorganisatie. Het is een stijging van 50 procent ten opzichte van januari vorig jaar, toen Nederland nog in een lockdown zat, en zelfs een stijging van 13 procent vergeleken met 2019.

Er zijn wel grote verschillen tussen de luchthavens. Ruim 40 procent is helemaal terug op het oude niveau of heeft zelfs meer passagiers verwerkt, zoals luchthavens in Portugal, Cyprus en Luxemburg. Andere landen zijn nog niet zover. In Slowakije, Slovenië, Duitsland en Tsjechië is het tij nog niet gekeerd.

ACI-topman Olivier Jankovec verwacht een verdere groei dit jaar, onder meer dankzij de uitbreiding van de capaciteit van budgetmaatschappijen en doordat passagiers uit China geen coronatest meer hoeven te doen voor ze in een vliegtuig stappen.

Geld over voor vakantie

De kosten voor vliegen zijn wel behoorlijk toegenomen. Zo is de vliegtaks gestegen van 7,85 naar 26,43 per vlucht en moet vaak apart worden betaald voor koffers en handbagage. Ook hebben vliegmaatschappijen te maken met stijgende kosten en dat wordt doorberekend in de ticketprijs.

"De lonen en de brandstofprijzen zijn gestegen en de emissierechten gaan geld kosten", zegt Stef Driessen, analist vrijetijdssector bij ABN Amro. "De meeste emissierechten werden voor corona gratis verstrekt. Dat gaat in stappen veranderen. Afgelopen jaar kostten ze rond de 80 euro, nu is dat boven de 100 euro en in 2026 betalen de luchtvaartmaatschappijen het volle pond." Met emissierechten kopen de maatschappijen via een handelssysteem het recht om een bepaalde hoeveelheid CO2 uit te stoten.

Dat er toch zo'n groot herstel te zien is, komt volgens Driessen doordat consumenten over de hele linie bereid zijn om geld uit te geven aan vakanties. "Vooral 50+'ers hebben spaargeld en de reislust is groot. Gezonde ouderen nemen het ervan en gaan tegenwoordig verder weg, bijvoorbeeld naar Bali."

Goed voor economie

Vakanties naar het buitenland zijn ook belangrijk voor de economie. Een deel blijft 'hangen' in eigen land, zegt Driessen. Het gaat om inkomsten voor de reisbranche, belastingen, uitgaven op de luchthavens en vervoer van en naar het vliegveld.

"Voor corona was dat 6,6 miljard, goed voor 0,85 procent van alles wat we jaarlijks samen verdienen. De reisbranche levert daarmee een serieuze bijdrage aan het bruto binnenlands product." Krimp van de luchtvaart zou verlies opleveren. Het loont dus aan alle kanten om te investeren in vlootvernieuwing: zuiniger en geluidsarmer", stelt Driessen.

Maar die vernieuwing komt te laat, na 2050, zegt Paul Peeters, lector duurzaam toerisme en vervoer aan de Breda University of Applied Sciences. "Als we weer precies hetzelfde gaan doen als voor corona, is de milieubelasting hetzelfde en is de winst door minder vliegen weer weg. Het enige is dat er wat meer zuinige vliegtuigen zijn, maar dat kan hoogstens een paar procent schelen in de uitstoot."

'Neem de trein'

Volgens hem is het voor de milieubelasting belangrijk dat mensen minder lange vluchten maken. "Lange vluchten zijn veel belastender. Naar Parijs of naar Australië is een factor 20 tot 30 verschil. Tot de sector milieuvriendelijker is, is het zaak om te werken aan minder vliegen."

Je kunt er ook voor kiezen om niet te vliegen, stelt Peeters. In Europa kun je beter met de trein gaan of eventueel met de auto.

"Het feit dat je kunt vliegen leidt ertoe dat mensen kiezen voor verdere tripjes. Het stimuleert het reizen naar een verdere plek, terwijl het doel hetzelfde is, even eruit zijn."

"De toeristische sector moet meer nadenken over de afstanden. Strandvakanties in Europa in plaats van Californië, wintersport in Noorwegen in plaats van Canada." Hij wijst erop dat er al kleine reisorganisaties zijn met interessante pakketten die minder belastend zijn voor het milieu. "Ze krijgen mensen zover dat ze kiezen voor een vakantie dichter bij. Dat zouden de grote reisorganisaties ook kunnen doen."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl