884 minuten zonder doelpunt, maar Bergwijn krabbelt onder Heitinga langzaam op
Met een handige passeerbeweging zette Steven Bergwijn op 12 november vorig jaar FC Emmen-speler Mohamed Bouchouari te kijk om de bal vervolgens vanaf de rand van het strafschopgebied verwoestend in de kruising te schieten. Het was voorlopig zijn laatste doelpunt, want sindsdien stond de linksbuiten 884 minuten droog voor Ajax en het Nederlands elftal.
Het eerste seizoen van Bergwijn bij de Amsterdammers is een aaneenschakeling van teleurstellingen en frustraties. Zo raakte hij donderdagavond na de pijnlijke uitschakeling in de Europa League tegen Union Berlin betrokken bij een opstootje. Trainer John Heitinga zei daarop over zijn team: "Misschien waren er ook wel frustraties over de manier waarop dit seizoen loopt..."
Die woorden zijn zeker van toepassing op Bergwijn. De rechtsbuiten was het bankzitten bij Tottenham Hotspur zat en keerde afgelopen zomer voor een recordbedrag van 31,25 miljoen euro terug bij zijn jeugdliefde. Hij wilde weer minuten maken, het plezier in voetballen terugkrijgen en een grote rol spelen in de Champions League.
Andersom werd van Bergwijn verwacht dat hij voor Ajax een directe versterking zou zijn, met name in de grote wedstrijden. Het begin van Bergwijn in Amsterdam was veelbelovend. Met acht doelpunten en ijzersterke acties had hij een groot aandeel bij de goede seizoenstart van Ajax. Analytici leken destijds eensgezind in hun visie: Bergwijn was te goed voor de eredivisie.
Zelf wist de 25-jarige aanvaller beter. "Ik denk niet dat ik te goed ben voor dit niveau. Ik kan overal leren." Dat bleek, want na die sterke start werd het al gauw minder.
Tikjes terug
Het gemak waarmee hij zijn mannetjes begin dit seizoen passeerde werd ingeruild voor angst om zijn tegenstander op te zoeken en veel tikjes terug. Maar het grootste verschil is dat Bergwijn niet meer beslissend is met goals, toch geen onbelangrijke graadmeter voor een aanvaller.
"Ja, maar ik denk dat de mensen die alleen daarnaar kijken weinig verstand van voetbal hebben", zei hij onlangs in het Algemeen Dagblad. "Het gaat niet alleen om rendement, maar ook om hoe je je team beter laat spelen."
Als we naar het verschil in statistieken kijken tussen Bergwijn in de eerste zeven wedstrijden en de laatste 23 wedstrijden dan heeft de buitenspeler een punt. Wat opvalt is dat hij eerst veel meer in de rol van afmaker kroop, maar in de wedstrijden daarna meer oog had voor zijn medespelers.
Hij noteerde in zijn eerste zeven wedstrijden niet alleen veel meer goals, maar ook beduidend meer schoten, schoten op doel, verwachte goals en balcontacten in het strafschopgebied van de tegenstander, zo berekende statistiekenbureau Opta. Daarna vielen die cijfers een stuk lager uit, maar creëerde hij wel meer voor zijn medespelers (assists, gecreëerde kansen en voorzetten).
Dezelfde kenners die de speler begin dit seizoen zo bejubelden, vragen zich nu af of Bergwijn geen miskoop is geweest. Maar wie verder kijkt dan doelpunten en assists alleen ziet dat er hoop gloort voor Bergwijn, zeker sinds de komst van Heitinga.
Onder de nieuwe trainer staat hij vast op links, terwijl hij onder Schreuder vaker aan het zwerven was. Heitinga zag dat Bergwijn heel veel arbeid leverde tegen Sparta vorig weekend en liet weten zich geen zorgen te maken over Bergwijn. "Stevie heeft zoveel kwaliteiten, die goal komt vanzelf wel. Als hij gewoon doet wat hij moet doen, dan gaat het vanzelf naar hem toekomen."
Opkrabbelen
Onder Heitinga krabbelt Bergwijn langzaam op. Tegen Union Berlin speelde hij zwak, maar was hij wel belangrijk met een assist op Mohammed Kudus. Met name in de eredivisie liet hij afgelopen weken kleine tekenen van leven zien.
Hij ziet onder Heitinga meer voorzetten aankomen, durft vaker een dribbel in te zetten, wint meer persoonlijke duels en misschien wel het belangrijkste: hij schiet een stuk vaker richting doel (3.9 om 2.5 schoten per negentig minuten).
Een doelpunt voor Bergwijn lijkt dus een kwestie van tijd. Je moet immers schieten, anders kan je niet scoren. Ook de ketchup-theorie van Ruud van Nistelrooij is een voetbalwijsheid waar Bergwijn zich aan vast kan klampen: als een aanvaller eenmaal een doelpunt heeft gemaakt, dan volgen er vanzelf een hele hoop meer.