Europese Commissie: vrachtwagens en bussen moeten schoner
De Europese Commissie wil dat nieuwe vrachtwagens en bussen drastisch minder CO2 gaan uitstoten. Voor nieuwe vrachtwagens en touringcars geldt een uitfasering: 45 procent minder uitstoot per 2030, 65 procent per 2035 en 90 procent vermindering vanaf het jaar 2040. Voor stadsbussen is een ambitieuzer doel gesteld: in de plannen van Eurocommissaris Frans Timmermans staat dat alle nieuwe stadsbussen vanaf 2030 emissieloos moeten zijn en dus moeten rijden op elektriciteit of waterstof.
Met de plannen die vandaag in Straatsburg worden gepresenteerd, hoopt de Europese Commissie de EU-klimaatdoelen te halen. Wettelijk is vastgelegd dat Europa in 2050 klimaatneutraal moet zijn. Het zogenoemde zware verkeer is verantwoordelijk voor ongeveer 6 procent van de CO2-uitstoot in Europa en voor 25 procent van de uitstoot van het wegverkeer in Europa.
Groei in verkeer
Vooral sinds de coronapandemie is het vrachtverkeer, en daarmee de CO2-uitstoot, enorm toegenomen. Verwacht wordt dat het nog verder zal toenemen. Uitstoot door vrachtverkeer op de weg was in 2019 44 procent meer dan in de luchtvaartsector en 37 procent hoger dan bij vrachtvervoer per schip.
Voor personenauto's is vorig jaar al door de EU-lidstaten afgesproken dat die vanaf 2035 emissieloos moeten zijn en dus geen motor meer mogen hebben die op fossiele brandstof draait.
Stap voor stap
Commissaris Timmermans verdedigt het verschil met vrachtwagens: "Het is veel moeilijker om om te schakelen. Het gaat om veel meer vermogen dat nodig is, het gaat ook om een bestand dat helemaal op diesel gebaseerd is. Dus we moeten stap voor stap gaan, maar we gaan wel hard."
Timmermans zegt ook dat ze in sommige landen zeer afhankelijk zijn van transport met zware vrachtwagens. Die zijn ook niet allemaal elektrisch te maken. "Daar zullen dus ook andere technologieën op los moeten worden gelaten, zoals met waterstof. Dat duurt een tijdje."
En ook het opbouwen van de infrastructuur in Europa zodat vrachtauto's overal elektrisch kunnen laden of waterstof kunnen tanken duurt even. "Dus ze moeten om de 60 kilometer laadpalen hebben en we moeten om de 150 kilometer ook stations hebben waar ze waterstof kunnen tanken. Dat kost allemaal tijd om dat te doen."
Ambitieus
Nederland vindt dat de transitie naar een schoner wagenpark sneller moet. Timmermans begrijpt dat, maar vindt deze plannen al ambitieus. "Er zijn heel veel lidstaten die vinden dat we veel te hard gaan, dus er zijn twee kanten aan dit verhaal", zegt hij.
"Ik denk dat wat wij op tafel leggen heel ambitieus is, daar zal ook genoeg gemopper over komen dat het te ambitieus is. Ik vind het helemaal niet erg dat sommige landen dan zeggen het nog wel ambitieuzer mag, dat creëert misschien het evenwicht waardoor we onze ambitieuze plannen erdoor krijgen."
Het voorstel van de Commissie moet nog door het Europees Parlement en de lidstaten worden goedgekeurd.
Als we hier al niet naar 100 procent schoon gaan, wordt het onmogelijk om de doelen te halen.
GroenLinks wil dat de onderhandelingen erover dit jaar starten, zodat het voorstel nog voor de Europese verkiezingen in 2024 kan worden afgerond. Bas Eickhout, Europarlementariër voor GroenLinks, noemt de plannen onacceptabel. "Om de klimaatdoelen en -wet te halen, moeten we in 2050 klimaatneutraal zijn. Dit voorstel gaat daar tegenin."
Hij vindt 90 procent minder uitstoot in 2040 te weinig. "Vrachtverkeer stoot ruim een kwart van de CO2 uit op de weg, terwijl slechts 2 procent van het wegverkeer bestaat uit vrachtwagens. Vrachtwagens zijn bovendien relatief makkelijk te verduurzamen in vergelijking met sectoren als de lucht- en scheepvaart. Als we in deze sector al niet naar 100 procent schoon gaan, dan wordt het onmogelijk om onze doelen te halen."
CDA-Europarlementariër Tom Berendsen zegt in een reactie op de plannen dat het belangrijk is dat de nieuwe bussen in Europa geproduceerd worden: "De emissiestandaarden aanscherpen zonder duidelijk Europees industriebeleid is vooral goed voor Chinese bussenbouwers die met enorme staatssteun goedkoop kunnen leveren". Hij vindt dat de Europese Commissie daarom "met het aanpassen van de standaarden tegelijkertijd zou moeten kiezen voor het stimuleren van de productie van schonere bussen en vrachtwagens in Europa."