Van buschauffeurs tot medewerkers van de Bijenkorf en van vuilnisophalers tot journalisten: de afgelopen maanden is in tal van sectoren gestaakt voor meer loon, inflatiecompensatie en minder werkdruk. Vakbonden merken dat het broeit onder werknemers. De stakingsbereidheid neemt toe, net als de ledenaantallen.
Sinds de jaren '90 zagen de vakbonden meer leden gaan dan komen, maar nu merken ze een kentering. "In augustus stonden we ineens op plus 800", zegt voorzitter Reinier Castelein van de Unie. Vakbonden FNV en CNV zien eenzelfde trend. De bonden hebben de wind in de rug met inflatierecords, arbeidsmarktkrapte en hoge werkdruk in sectoren die kampen met personeelsgebrek.
Meer stakingen verwacht
Jaarlijks zijn er gemiddeld 25 stakingen, maar dit jaar lijkt dat aantal al in het eerste kwartaal te worden gehaald. "Het is nog te vroeg om te spreken van een echte grote stakingsgolf. maar je ziet wel dat het behoorlijk rommelt. Ik denk dat er genoeg ingrediënten zijn voor een onrustig 2023", zegt stakingshistoricus Rosa Kösters van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis.
De straten in Utrecht lagen er deze week vervuild bij. De vuilnisophalers legden hun werk neer. Ze eisen 12 procent loonsverhoging, terwijl het bod van de Vereniging Nederlandse Gemeenten blijft steken op 5 procent. "Het doet mij zeer wat we gedaan hebben, maar het was gewoon nodig", zegt vuilnisophaler Willem Bouwmeester. De staking gaat volgende week door op andere plekken.
Werkdruk
In Dordrecht staakten deze week de buschauffeurs. Maar niet iedereen nam deel aan de staking. Wie staakt en lid is van de vakbond, krijgt een werkdag doorbetaald vanuit de stakingspot. Maar wie daar geen aanspraak op maakt, draait zelf voor de kosten op. "Sommige mensen die hebben drie kinderen en die kunnen net rondkomen. Als ze zouden gaan staken en aan het einde van de maand doet de pinpas bij het boodschappen het niet, dan sta je daar", zegt Bouwmeester.
Dat herkent ook Buschauffeur Luciano van der Oost. "Een gemiddelde vijf werkdagen staken achter mekaar kost om en nabij de 250 euro. Dat is een hoop geld als je daar geen potje voor hebt."
Tot een akkoord hebben de stakingen niet geleid. Daarom gaan de acties de komende tijd door. "Het wachten is tot de werkgevers zich realiseren dat het echt nodig is dat zij over de brug komen en dat ze een fatsoenlijk loon gaan betalen", zegt voorzitter Tuur Elzinga van FNV. Overigens is de vakbond zelf ook verwikkeld in een discussie met het eigen personeel, omdat de FNV de looneisen die het aan andere werkgevers stelt, zelf niet wil nakomen.
Stakingen uit het verleden leren dat ze in meerderheid effect hebben, want in 60 procent van de gevallen worden eisen deels of geheel ingewilligd door de werkgever. Toch is de inzet van stakingen nu wel uitgebreid ten opzichte van de grote stakingen in de jaren '70. "Een belangrijk verschil tussen toen en nu is de werkdruk. Dat is nu heel duidelijk een thema bij acties in de zorg of bij de buschauffeurs", zegt onderzoeker Kösters. "In de jaren '70 was dat helemaal niet aan de orde."